dinsdag 15 januari 2013

Fontys Docentevent 2013










Studiedag Evoluon

De op 10 Januari jl. gehouden docentenbijeenkomst stond in het licht van vele nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. De intentie was om recente ontwikkelingen te delen met elkaar. Zo waren vele verschillende workshops in de ochtend onder de noemer ”Meet & Share” en ’s middags werden ze “Learn & Share” genoemd. Een lid van de Raad van Bestuur Wilma de Koning zei tijdens haar inleiding dat het ook net zo goed “Eat en Share” had kunnen heten want overal tijdens de koffie en de lunch was het een gezellig druk geroezemoes. Er was kennelijk veel uit te wisselen en te bespreken en meer dan alleen een nieuwjaarsgroet.

De opkomst was buitengewoon hoog, met zo’n 450 aanwezigen, en ik hoorde iemand zeggen dat het zelfs volgeboekt was. De voorbereiding was goed met informatie voor iedere deelnemer die bestond uit een folder waar de verschillende workshops (plaats en thema) op stonden en een badge waarop stond voor welke workshop je je al eerder had opgegeven. De workshops vonden voornamelijk plaats op de 1e en 2e ring bovenin het Evoluon. Met provisorische zwarte doeken waren afscheidingen gemaakt voor de verschillende werkgroepen. Door deze eenvoudige afscheidingen en de geringe afstand tussen de groepen was de akoestiek echter zeer gebrekkig. Tijdens een werkgroep hadden we grote moeite om elkaar te verstaan, ondanks dat we redelijk dicht bij elkaar zaten.

Na de eerste ronde van werkgroepen en de koffiepauze was er in de grote Philips Hall een inspirerende lezing van de Leidse professor en filosoof Bas Haring. Ondanks zijn vrij jeugdige uiterlijk, eenvoudige kleding en ongedwongen houding had hij een prima verhaal over het onderwijs.
Vooraf bekende Haring ook heel nederig dat hij eigenlijk een slechte docent was, want hij kon eigenlijk maar een ding en dat was hoorcolleges geven. Hij kon alleen “verhaaltjes vertellen” en niet variëren in andere les- of werkvormen.
In de vorm van een paar losse verhaaltjes uit het dagelijkse leven, door Haring ook wel parabels genoemd, probeerde hij een paar fundamentele aspecten van het onderwijs duidelijk te maken.
Zo gaf hij een voorbeeld dat het unieke/bijzondere van de grondsoort veen hem pas echt duidelijk werd toen hij deze gele, stinkende smurrie door zijn handen had laten gaan. Haring kwam ook met het voorbeeld dat hij, als basisschool leerling, de namen van hoofdsteden van landen moest leren zonder een goed begrip te hebben wat “hoofdstad” eigenlijk betekent. In de VS is dat wel duidelijk, want Capitol betekent die plaats van een land waar de regering zetelt. Voor Nederland zou dat dus Den Haag zijn en dus niet Amsterdam. Haring wilde daarmee duidelijk maken dat docenten eigenlijk alleen zaken moeten overdragen die authentiek zijn, die je zelf hebt meegemaakt, maar die ook “alle” zintuigen van studenten of leerlingen aanspreken.

Een ander belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs zei hij, was de verwondering of verbazing. Die openheid of nieuwsgierigheid is de belangrijkste voorwaarde voor het leerproces. In een dergelijke staat van bewustzijn is het gewone rationele denken en het normale verwachtingspatroon even stilgelegd en ga je opnieuw vragen stellen en stort je je volledig in de waarneming.
Een docent moet die houding bij leerlingen koesteren en daarom vooral niet te vroeg vragen doelgericht beantwoorden, want dan is de vragende houding misschien al meteen voorbij. Je zou veel meer moeten leren spelen met vragen. Beantwoord bijvoorbeeld vragen die beginnen met waarom met tegenvragen, maar dan enigszins vereenvoudigd zodat de vraagsteller zelf in de gelegenheid gesteld wordt een antwoord te geven. Dat geeft meer voldoening dan een “quick answer” van een leraar. Haring vertelde dat waaromvragen altijd een dubbele betekenis hebben. Waarom vraagt enerzijds naar een betekenis, de zin of het doel maar kan ook betekenen dat je wil weten hoe iets achtereenvolgens gebeurt en dus het chronologisch proces beschrijft.
Zo vroeg een jong meisje, tijdens een bezoek aan het Boerhaave museum, ooit aan Bas Haring: “waarom is er leven”. Hij antwoordde met een wedervraag “Waarom ontploft een ei als je het in de magnetron verhit?? De wedervraag bleek achteraf voldoende om voorlopig de nieuwsgierigheid van het meisje tevreden te stellen.
De zingevingsvraag is natuurlijk altijd het moeilijkste te beantwoorden en zeker voor hele jonge mensen.

Een ander belangrijke boodschap die Haring met de aanwezigen wilde delen was het feit dat de kwaliteit van onderwijs niet simpel in één cijfer of kwaliteitsnorm kan worden vastgesteld. Het onderwijs is daarvoor een veel te complex verschijnsel. Deze goede raad zouden wij juist ter harte moeten nemen nu de Fontys kwaliteitsagenda streeft naar minimale cijfers voor docent- en studenttevredenheid die eendimensionaal zijn. “We gaan de lat hoger leggen” is ook een veel gehoorde managementkreet die echter op zichzelf niets verandert aan het onderwijs. Als we hogere slaagpercentages willen realiseren zullen we misschien meer energie en tijd in de voorbereiding of begeleiding moeten stoppen. Pas dan kan er iets veranderen. Achteraf kunnen we vaststellen dat zo’n ogenschijnlijk los-uit-de-mouw-verhaaltje wel degelijk een interessante, ethische boodschap kan bevatten, maar vooral toch zeer kan boeien.


Filosoof, hoogleraar, publicist en tv-presentator Bas Haring is een veelzijdig persoon. Hij heeft een aantal verrassend eenvoudig geschreven filosofieboeken en zelfs een leuk boek voor kinderen "Kaas en de evolutietheorie".
Andere opvallende titels van boeken zijn: Plastic panda's, Vallende kwartjes, Echt succesvol leven en het aquarium van Walter Huysmans.





De werkgroepen ‘s-middags stonden vooral in het teken van de nieuw te ontwikkelen competenties die horen bij de hogeschooldocent anno 2013, te weten mediawijsheid en onderzoeksvaardigheden naast de al langer vereiste toetsbekwaamheid en didactische vaardigheden. Nieuwe ontwikkelingen en interessante voorbeelden werden gepresenteerd.

Persoonlijk vond ik de mogelijkheid om met een Lid van de Raad van Bestuur te “speed daten” een hele interessante waar ik ook gebruik van heb gemaakt. Samen met docent duurzaamheid van de opleiding Werktuigbouwkunde Mevr. Sietske Smulders-Dane hebben wij Fontys RvB-voorzitter Marcel Wintels aan de tand gevoeld over het thema Duurzaamheid in het Hoger Onderwijs. Hij vond het vooral een taak van de opleidingen en niet zinvol of effectief als centraal beleid vanuit de RvB. Wel noemde Marcel de nieuwbouw van de Sporthogeschool in Eindhoven als voorbeeld waar de directie wel een rol heeft gespeeld m.b.t. duurzaamheid. Dit net in gebruik genomen gebouw (functioneel en transparant) in de Genneper parken heeft een duurzaam energiesysteem met zonnepanelen en daarnaast bamboe als afwerkingsmateriaal. Bamboe is het snelst groeiende natuurlijk materiaal met veel gunstige eigenschappen en daarom zeer geschikt als bouwmateriaal.