dinsdag 16 juli 2013
Digibeten.
De schadelijke invloed van digitale hulpmiddelen in het onderwijs.
Eind vorig jaar kregen alle medewerkers van ons Fontysinstituut BEnT een brief met daarin een uitleg over het gebruik van multimediale middelen in het onderwijs. Kort daarna kreeg iedereen een iPad met de bedoeling deze middelen steeds meer te integreren in het onderwijs. Het uiteindelijke doel is het verhogen van de mediawijsheid van docenten. Kort daarna bood men ook cursussen aan.
Als docent die al ruim 20 jaar werkzaam is bij Fontys heb ik de opkomst gezien van laptops, daarna tablets en inmiddels de iPads bij studenten, maar helaas is de kwaliteit van het onderwijs er niet beter op geworden. De werkstukken zijn grammaticaal ver onder de maat, de toetsresultaten zijn belabberd en ook de concentratieboog in de lessen en hoorcolleges is afgenomen. Al jaren heb ik me afgevraagd wat we verkeerd doen. Deze vakantie las ik het onderstaande boek en daarmee is me veel duidelijk geworden.
Een grootschalig onderzoek in de VS vergeleek face-to-face hoger onderwijs met online-onderwijs en de verschillen waren significant. Ondanks een betere motivatie van de online-studenten haken er uiteindelijk meer studenten af en zijn de resultaten slechter(bron: onderzoekers van de Columbia Universiteit New York en artikel in Economics of Education Review najaar 2013). Alweer een bewijs dat digitale middelen in het onderwijs slechter uitpakken.
Digitale dementie is de titel van een net verschenen boek van de Duitse hersenonderzoeker en psychiater Manfred Spitzer. In dit boek, dat momenteel in Duitsland een bestseller is, wordt op basis van 400 verschillende wetenschappelijke onderzoeken aangetoond, dat het gebruik van computers en i-Pads bij kinderen in het onderwijs geen onverdeelde zegen is. Sterker nog, Spitzer beweert dat het IQ van kinderen de laatste jaren als gevolg van digitale media, niet meer stijgt maar juist daalt ! Verder is het zo dat bij kinderen waarvan de hersenen nog in ontwikkeling zijn deze jonge organen beschadigd raken en verschrompelen door veelvuldig gebruik van digitale schoolmiddelen. Vandaar de huiveringwekkende term digitale dementie.
Deze term heeft de auteur niet zelf bedacht maar overgenomen van Zuid Koreaanse artsen die te maken kregen met een steeds grotere groep internet- of gameverslaafde jongeren en op basis van een aantal kenmerken uitkwamen op dit begrip..
Recent hersenonderzoek heeft aangetoond dat de hersenen nog uitgroeien tot ongeveer het 26e - 27e jaar. Specifieke hersengebieden, die nodig zijn voor planning en morele afwegingen, komen pas het laatste aan bod. Populair is in dat verband de term Puberbrein, waarmee wordt aangeduid dat jonge hersenen anders functio-neren dan die van volwassenen.
Vrije scholen, die in het buitenland Waldorfscholen, worden genoemd zijn in het verleden zeer terughoudend geweest met alle digitale hulpmiddelen in het onderwijs. De laatste jaren zijn laptops en smartboards echter ook daar ingevoerd. Deze Steinerscholen zullen in de toekomst zeker geen volledig digitaal onderwijs gaan ontwikkelen, zoals de nieuwe Steve Jobsscholen, onder andere op initiatief van opiniepeiler Maurice de Hond, dat wel wil gaan realiseren. De overheid heeft deze Steve Jobsscholen inmiddels ook het groene licht gegeven en komend schooljaar 2013/2014 zullen er mogelijk tien van start gaan. In Sneek en Breda in zuivere vorm en een aantal andere scholen zullen overgaan op het O4NT-(onderwijs voor een nieuwe tijd) concept van een volledig digitale leeromgeving. Daarom komen de waarschuwingen van wetenschapper Spitzer misschien nog op tijd.
De ambitieuze plannen en concepten voor een volledige elektronische leeromgeving kunnen op basis hiervan ernstig afgeraden worden. We weten al een tijd uit verschillende onderzoeken dat elektromagnetische straling van hoogspannings-masten, van mobiele telefoons, van digitale UMTS-zendmasten en van draadloze wifi-netwerken schadelijk zijn en mogelijk een verhoogde kans op kanker opleveren.
Spitzer noemt nog andere gevaren. Zo zou deze elektronica voor kinderen eigenlijk een vorm van kindermishandeling zijn. Net als bij het gebruik van alcohol zou ook elektronische apparatuur een duidelijk leesbare sticker en bijsluiter moeten krijgen: “Gevaarlijk voor de kindergezondheid”! Niet alleen het te meten IQ gaat achteruit, maar de digitale media leiden ook tot ernstige aandoeningen als spraak- en leerproblemen, aandachtsstoornissen, stress en depressie, risico op verslaving en slechte schoolprestaties en vandaar de angstaanjagende kreet digitale dementie.
Plastische Hersenen
Jarenlang is er door wetenschappers gedacht dat hersencellen alleen maar afsterven onder andere door overmatig alcoholgebruik. Een aantal jaren geleden is echter aangetoond dat in sommige delen van de hersen er nieuwe synapsen, dat zijn verbindingen tussen hersencellen, ontstaan wanneer het geheugen mentaal getraind wordt. Omgekeerd sterven synapsen of hersensporen af, wanneer het geheugen niet getraind wordt.
Het grote gemak van een digitaal navigatiesysteem heeft als groot nadeel dat ons geografische geheugen sterk afneemt omdat het niet meer getraind wordt. Bij geografische oriƫntatie is vooral de hippocampus actief
Spitzer beschrijft in zijn boek de zware opleiding van Londense taxichauffeurs die hele wijken van Londen met alle straten uit hun hoofd moeten leren. Uit hersenmetingen is na drie jaar gebleken dat bij de geslaagde taxichauffeurs de dichtheid van de grijze stof (zijn de hersencellen) in de hippocampus met een derde was toegenomen. Niet alleen het examen maar ook de dagelijkse “training on the job” speelden daarbij een rol. Een vergelijkbare ontwikkeling is in andere onderzoeken aangetoond bij musici en geneeskundestudenten die een grote parate kennis moeten hebben. De digitale hulpmiddelen nemen ons veel mentale taken uit handen maar het gevolg is wel dat onze hersenen flink achteruit gaan in geheugenprestaties.
Dat de hersenen te trainen zijn en we ons geheugen flink kunnen verbeteren heeft ook de journalist Joshua Foer aangetoond in zijn indrukwekkende boek Geheugenpaleis. Nadat hij zelf in de leer is gegaan om getallenreeksen en lange lijsten met voorwerpen te leren onthouden geeft hij ook de lezer een inkijkje. De kunst, maar dat vereist veel oefening, is het om willekeurige dingen of cijfers te verbinden aan beelden of situaties uit je eigen bekende persoonlijke omgeving. Voorwerpen geef je bijvoorbeeld denkbeeldig een plaats in je huis en wanneer je daarna een virtuele rondwandeling maakt in je huis kom je deze voorwerpen weer tegen. Spitzer noemt dit ook het diepere leren. Door het trainen van je geheugen vormen zich ook bepaalde gedeeltes in de hersenen. Niet alleen het lichaam maar ook de geest moet voedsel krijgen. Zonder leerinspanningen verschrompelen de hersenen en daarom zijn de digitale hulpmiddelen schadelijk omdat zij slechts een beperkt en oppervlakkig leren mogelijk maken.
Computers en kinderen
Voor kinderen zijn de gevolgen nog veel desastreuzer en dat toont Spitzer met vele onderzoeken aan. Zo is het gebruik van digitale media al opgelopen tot gemiddeld ruim 7 uur per dag bij 13 tot 14 jarigen in 2009 in Duitsland en dat is vergelijkbaar met de VS. Dat leidt tot veel minder tijd voor huiswerk, sociale contacten, sporten of ontspannen in de natuur en vooral ook slaap. Dit bij elkaar opgeteld leidt tot slechtere geheugen- en schoolprestaties en in 10 tot 15% van de gevallen tot depressieve klachten, vereenzaming en verslavingsproblemen.
Spitzer weet waar hij over spreekt want in zijn kliniek behandelt hij jonge mensen die een gameverslaving hebben ontwikkeld. De agressieve games leiden ook tot toenemende ongevoeligheid voor geweld en onverschilligheid. Soms zelfs tot actief geweld. Zo heeft Spitzer ook als getuige-deskundige opgetreden in rechtbanken bij rechtszaken over doodslag als gevolg van plotseling zinloos geweld door jongeren.
Het meest extreme in het boek was hoofdstuk 6 “Baby-tv en baby-Einstein- dvd’s”.
Daarin wordt beschreven hoezeer de televisie en i-Pads oprukken en zelfs baby’s voor zich proberen te winnen. Baby’s jonger dan 1 jaar kijken circa 1 uur per dag televisie en er zijn zelfs babyvideo’s ontwikkeld voor kinderen vanaf 1 maand !!?
Dit ondanks het feit dat Amerikaanse kinderartsen het beeldschermgebruik onder twee jaar zonder meer afwijzen. Ondanks alle mooie beloften van de media-industrie en sommige wetenschappers moeten we ons ervan bewust worden dat intensief mediagebruik zeer schadelijk is en zeker niet in het kleuter-, basis- en middelbaar onderwijs thuishoren. Ze bevorderen het leren zeker niet, integendeel.
Pedagogische uitdaging
De auteur lijkt een eenzame roepende in de woestijn ondanks zijn overtuigende grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijsmateriaal. Hij krijgt weinig bijval uit kringen van de politiek, bedrijfsleven en de overheid. De digitale problematiek wordt gebagatelliseerd en de zogenaamde experts van ministeries en gezondheidsraden geven valse voorlichting.
In Nederland kennen we inmiddels een uitgesproken goed voorbeeld van een particuliere MBO- en HBO-school, het EuroCollege met vestigingen in Amsterdam,Rotterdam en Eindhoven dat de computers al jaren geleden de deur uitdeed. Op school wordt er "klassiek" geleerd met leerboeken en opdrachten. Thuis gebruiken de leerlingen wel hun computers en iPads, zegt directeur E.van de Walle in een interview in het Financieel Dagblad van 4 mei j.l., maar op school is het een onding.
Offline
Recent heeft een student Journalistiek, Bram van Montfoort, een boek geschreven met de titel:"Een jaar offline". Hij beschrijft daarin zijn ervaringen nadat hij besloten had om een jaar lang geen smartphone en iPad en dus geen internet meer te gaan gebruiken. Hij merkte dat hij al vrij verslaafd begon te raken door deze technische hulpmiddelen, die dagelijks op 5 a 6 uur van zijn tijd beslag legden.
Zonder internet ging hij weer gewoon handgeschreven brieven versturen en alleen vrienden bellen via een vaste telefoon. Tijdens het jaar werd hij rustiger, nadenkender en besteedde hij meer echte contacttijd aan familie en vrienden.Zijn leven heeft daardoor meer diepgang gekregen en rust. Na dat jaar is hij wel weer internet gaan gebruiken maar duidelijk veel beperkter en vooral zonder Twitter.
Pedagogen, leerkrachten en ouders zullen dus hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en deze apparatuur weer moeten uitbannen uit de klaslokalen. Zoals filosofe Joke Hermsen kortgeleden nog schreef : “we hebben meer behoefte aan Hannah Ahrendt dan aan Steve Jobs-scholen”. Leer kinderen (na-) denken!
Met de in dit boek gepresenteerde wetenschappelijke kennis kunnen we ons voordeel doen en in ieder geval constateren dat projectonderwijs waarbij in groepen gewerkt wordt aan taken en opdrachten zeer belangrijk is voor de ontwikkeling van de studenten. Voor het leren blijft kennis echter zeer belangrijk en ook de toepassing ervan in concrete situaties. Bedrijfsopdrachten en stages vormen de bedrijfskundige attitude van studenten. Laptops en iPads zijn een hulpmiddel, maar ook niet meer dan dat.