dinsdag 9 juni 2015

Duurzaam Ondernemen bij Rockwool

 
Onderstaand artikel is ook verschenen in de BEnT-nieuwsbrief no.8 van januari 2016
 
TB-studenten en hun begeleiders voor de ingang Rockwool


Technische Bedrijfskundestudenten bij Rockwool.
Met een groep van zo’n veertig tweede jaars Technische Bedrijfskunde studenten inclusief de docentbegeleiders,  zijn we 9 juni per touringcar naar Roermond gegaan om daar hartelijk ontvangen te worden.  Rockwool Energy & Sustainability  Officer Hans Spronken was onze gastheer die samen met nog een drietal collega’s uitleg gaven over MVO-beleid van Rockwool.  We hebben deze uitnodiging te danken aan een oudere jaars student Technische Bedrijfskunde Jan-Jaap van Noort, die het MVO- of Duurzaamheidsverslag van Rockwool uit 2013 heeft doorgenomen en beoordeeld. Hij deed dat voor het tweede jaars vak Duurzaam Ondernemen (onderdeel van project 7-8). Als dank wilden de MVO-coördinator graag niet alleen onze studenten ontvangen en rondleiden, maar vooral  ook in dialoog gaan over duurzaamheid.

Docentcollega's Hans Idema en Peter Custers in rode stofjas 
Na een onthaal met koffie en kleine Limburgse vlaaitjes kregen we  een presentatie  over de duurzaamheidsaspecten  van Rockwool  en vooral hun natuurlijke product steenwol . Steenwol wordt geproduceerd uit voornamelijk basalt  dat na verhitting tot zo’n 1500 graden Celsius vloeibaar wordt en via een procedé omgezet wordt in vezels en vlokken. Deze vlokken worden na enig persen verwerkt tot de bekende isolatiematten  en geperste dikke dakisolatieplaten.
In de presentatie werd veel aandacht gegeven aan de brandveiligheid van gebouwen en dat het huidige bouwbesluit geen echte stimulans is om gebouwen en huizen veel brandveiliger te maken. Dat zelfde geldt voor verzekeraars van gebouwen.  Een bedrijfsbrand kan een onderneming volledig onderuit halen omdat de verzekeringsvergoeding slechts de gebouwkosten vergoedt maar niet de productie-uitval.
Nadat we allemaal in rode stofjassen gehuld waren kregen we een rondleiding door de fabriek en met name productielijn 7 waar de steenwolmatten en platen geperst werden.

In de demonstratieruimte zagen we alle huidige producten van Rockwool. Behalve isolatiemateriaal  voor muren en daken maken ze ook plafondplaten en zelfs gevelplaten (vergelijkbaar met de Trespa gevelplaten). Een heel assortiment van toepassingen voor in de bouw en isolatie van daken, muren van huizen en in de utiliteitsbouw. Daarnaast bieden ze ook isolatiemateriaal van chemische installaties aan en sinds enige jaren  wordt steenwol ook als bodemvervanger in de substraat-glastuinbouw gebruikt onder de merknaam Grodan.  Deze bodemvervanger heeft als voordeel dat er geen bacteriën en ziektekiemen in zitten en dat het toegevoerde water en eventuele meststoffen rechtstreeks opgenomen worden door de planten.

Testopstelling voor (on-) brandbaarheid steenwol
Voordeel van steenwol is dat het een zeer brandwerend materiaal is dat zelfs bij hoge temperaturen tot 1000 C nog niet gaat branden . We kregen later tijdens een demonstratie te zien hoe een flinke gasbrander wel een kwartier lang gericht was op een steenwollen mat waarin drie thermometers staken. De  temperatuur aan de voorzijde van de brander liep op tot zo’n 450 C maar aan de binnen- en  achterkant bleef het zo’n 20 C .  De uit olie gemaakte kunststof isolatiematerialen zoals PVC, PUR en Polystyreen kunnen daar niet tegenop.

woensdag 3 juni 2015

Bedrijfskunde studenten helpen Fontys met SustainaBUL

Onderstaand artikel is ook verschenen in BEnT-nieuwsbrief no. 8 van januari 2016
 
 
 
Fontys krijgt prijs voor beste nieuwkomer op duurzaamheidslijst.

Om enige vrije studiepunten te "verdienen" hebben twee Technische Bedrijfskunde studenten, te weten Jarno Langevelde en Tom de Haas hun tijd en energie ingezet om ervoor te zorgen dat Fontys mee deed met een nulmeting in het kader van Duurzaamheid. Door de organisatie Studenten  voor Morgen is een uitgebreide vragenlijst, verdeeld over vier rubrieken ontwikkeld. Die lijst met 37 items moest  ingevuld worden door de instituten en/of diensten van Fontys zodat  daaruit hun duurzaamheidsinspanningen en resultaten blijken.  De vier rubrieken of thema’s waren: Bedrijfsvoering (60 punten), Onderwijs (35 punten), Onderzoek (30 punten) en Integrale Benadering (25 punten). Het gaat er natuurlijk om in hoeverre Hogescholen in hun huisvesting, facilitair beheer en  inrichting gericht zijn op duurzaamheidsaspecten.  Het is daarom ook terecht dat bedrijfsvoering de hoogste weegfactor krijgt.  
Van de ongeveer 30 instituten en de verschillende Diensten van Fontys hebben er nog maar weinig de moeite genomen om de lange vragenlijst in te vullen en daarvoor ook bewijsstukken aan te dragen.  Zo heeft bijvoorbeeld Fontys facilitaire dienst en huisvesting wel meegedaan, omdat zij eerder al een duurzaamheidsbeleidsplan hadden opgesteld. Dat geeft het ambitieniveau weer en biedt houvast bij het duurzaam inkopen en onderhandelen met leveranciers en  cateraars. 
 Afhankelijk van de resultaten worden de  universiteiten en hogescholen gerangschikt in de mate waarin ze aan duurzaamheid doen in hun curricula en daarnaast in hun eigen organisatie.

Fontys heeft wel degelijk goede redenen om mee te doen. Zo roept het College van Bestuur al enige jaren dat wij studenten voor de toekomst opleiden. Dan kan het niet anders of duurzaamheid heeft daar een belangrijkste plaats in. We weten het misschien alleen nog niet van elkaar. 
Zo kun je als iconisch duurzaamheidsproject zeker de nieuwe Sporthogeschool van Fontys  noemen. Daar is  in vele opzichten duurzaamheid gerealiseerd door een gebouw te ontwerpen met een relatief laag energieverbruik en veel duurzame materialen(o.a. bamboe).  

                                                                     Foto: Fontys Sporthogeschool

Een instituut dat wel heeft meegedaan met de nulmeting is Fontys Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek. Zij hebben behalve veel onderwijsaandacht voor duurzaam ondernemen en maatschappelijk verantwoord ondernemen in jaar 2 en 4  ook als iconisch project de Black Jaguar Foundation  opgevoerd. Initiatiefnemer en avonturier Ben Valks heeft dit sponsorproject afgelopen jaar op uitnodiging van Bedrijfskundedocent Hans Idema bij studenten en de opleiding geïntroduceerd. Met voldoende sponsoren hoopt men een groot stuk Amazone regenwoud te kunnen redden en zo een 2000 km lange corridor te realiseren als bescherming van het leefgebied van de uiterst zeldzame zwarte jaguar. Niemand is er nog in geslaagd om dit schuwe dier te filmen. Wel zijn er enkele foto's gemaakt met nachtcamera's.  
 
 Na twee maanden van voorbereiding was  vrijdag 29 mei de spannende prijsuitreiking op de Hogeschool van Leiden. Tot verrassing van velen kreeg Fontys daar zelfs meteen een prijs  voor  beste nieuwkomer. Van de 22 deelnemende hoger onderwijsorganisaties zijn de beste 15 op een ranglijst geplaatst. Op de eerste plaats eindigde de Universiteit van Wageningen.  De beste Hogeschool was die van Utrecht, die ook nog een andere bijzondere onderscheiding binnen haalde. Drie jaar op rij wisten zijn de prijs voor het meest  iconische duurzaamheidsproject te behalen. Avans Hogeschool haalde de 5e plaats en verdiende ook het predicaat goud.
De Technische universiteit van Eindhoven deed het slechter dan een jaar eerder en kwam nu op de 10e plaats terecht. Dat is een tegenvaller gezien hun vele mooie bijzondere projecten en activiteiten. Denk aan de “lego” auto Nova met een verbruik van 1:800 . 

Nova: een nieuwe modulaire auto

Verder zijn er bij de TU/e vergevorderde plannen om een volledige 100% elektrische racewagen  te ontwikkelen en heeft men al successen geboekt met de  zuinige familiewagen Stella op zonne-energie etc.    Een tweetal TU/e studenten heeft ook een vlakke lichtgewicht bodemplaat voor de onderkant van auto's ontwikkeld, die tot een 12-14% lager brandstofverbruik leidt. Simpel en  effectief, maar autofabrikanten hebben er nooit aandacht voor gehad..   
Stella familiewagen op zonne-energie
 Afgelopen dinsdagmiddag zijn de projectgroep en verschillende contactpersonen van de deelnemende instituten en diensten van Fontys bij elkaar gekomen waarbij ook voorzitter van College van Bestuur Nienke Meijer aanwezig was. Zij was blij met de eervolle vermelding en hoopt dat dit het begin zal zijn van vele verdere stappen binnen Fontys op duurzaamheidsgebied. In September of misschien rond de Dag van Duurzaamheid (dit jaar 09-10-2015) zal er een Fontysdag georganiseerd worden waar de resultaten en bijzondere projecten op duurzaamheidsgebied gepresenteerd zullen worden.  Een goede suggestie zou zijn om een nieuwe slogan te kiezen: "wij leiden studenten op voor een duurzame toekomst" .

 
Studenten van Morgen hebben zelf ook een prijs gewonnen als het Groentje, een aanmoedigingsprijs voor duurzame initiatieven en toegekend door Trouw, bij de bekendmaking van de duurzame top 100 van 2015
 

woensdag 20 mei 2015

Duurzaam ondernemen steeds belangrijker



ASN Live in Eindhoven


Op dinsdagavond 19 mei streek de ASN-karavaan neer in Eindhoven bij het Natlab (zie ook www.morgen-vandaag.nl) . Daar werden zo’n driehonderd klanten van de bank geïnformeerd over een aantal nieuwe ontwikkelingen en was er ook gelegenheid om (kritische) vragen te stellen. Een klant wilde weten of de ASN ook al de mogelijkheid biedt van zakelijke rekeningen. Nog niet voor bedrijven maar er komt binnenkort wel een rekening speciaal voor kleine zelfstandige zzp’-ers.    Een andere vraag was hoe afgeschermd of zelfstandig de ASN-bank is van moederbedrijf SNS dat door de Nederlandse overheid gered moest worden. Het antwoord was dat de ASN een juridische eenheid vormt en ook daarom meegaat mocht de overheid de holding naar de beurs brengen. De ASN is wel een zelfstandige dochter met een eigen bankvergunning en eigen beleid en directie. Toch kan het in de toekomst onder druk gezet worden van (nieuwe) aandeelhouders.

De  gespreksleider van de avond was  Leon Verdonschot die alle sprekers en genodigden introduceerde en de vragen stelde maar ook de nodige vrolijke kwinkslagen uitdeelde. Het meest uitgebreid kwam directeur ASN Jeroen Jansen aan het woord die vertelde dat de ASN duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan en volgens het onderzoeksbureau Eerlijke Bankwijzer koploper is op dat gebied samen met de Triodosbank. Bij duurzaamheid kijkt de ASN wel heel breed en vooral naar sociale/maatschappelijke aspecten en dus niet alleen milieutechnische en ecologische. Waarschijnlijk komt dat door de ontstaansgeschiedenis want de ASN is juist uit  vakbonds- kringen ontstaan.  In hoeverre zij dit ook intern als speerpunt hebben opgepakt door bijvoorbeeld de Tinbergen-inkomensnormen te hanteren of het keurmerk Wagemark hebben verdiend kwam als vraag helaas niet boven. Het zou een belangrijk signaal naar de buitenwereld zijn als ASN zelf aangeeft dat de salarisverschillen (verschil tussen hoogste en laagste loon) niet groter zijn dan een factor 7 of 8.   

ASN investeert daarom ook niet alleen in grote windturbines en duurzame energie maar ook juist in start-ups en Mikro kredieten. De lage rentekwestie werd ook niet als vraag geopperd al had Jeroen dat wel verwacht , want deze prangende vraag werd wel gesteld in de andere plaatsen waar ASN-live al is geweest o.a. in Zwolle en Amsterdam. Nog interessanter zou zijn of de ASN voor microkredieten hetzelfde hoge rentepercentage vragen van 25% vraagt zoals de Triodosbank dat doet. Over de armste klanten de hoogste rentelasten? Is dat wel sociaal/maatschappelijk verantwoord ? Deze vraag kwam echter niet op, althans niet tijdens de bijeenkomst in de grote zaal. Na afloop werd er een drankje  en hapje aangeboden en stonden medewerkers van de bank klaar om het gesprek met klanten aan te gaan. Ook was er een grote vragen-ideeënbus klaargezet en lagen er kaartjes klaar waarop mensen vragen konden stellen of suggesties konden doen dus wie weet komt deze vraag via  die weg bij de directie.

De ASN heeft ook een digitaal platform “VoordewereldvanMorgen” waar mensen hun duurzame ideeën kunnen lanceren en in contact kunnen komen met experts en waaruit jaarlijks vier (Wereld-) prijzen uitgereikt worden van € 10.000 voor beste project in vier categorieën:                                     
 I. Duurzame energie, natuur en milieu. 
 II. Eerlijke handel, eerlijke mode en eerlijke voeding.
 III. Kinderrechten, onderwijs en de strijd tegen kinderarbeid. 
IV. Veiligheid en sociale cohesie. 


Zo werden ook twee jonge ondernemers gepresenteerd die eerdere een prijs gewonnen hadden en nu met het startkapitaal volop aan het ondernemen waren. Dat was Kars Gerrits van het kledingbedrijf Afriek en de vrouwelijke onderneemster Yagmur Masmas van a GreenStory.
Afriek heeft als doel de kleurrijke Afrikaanse cultuur naar Nederland te brengen. Heel anders dan het Helmondse bedrijf Vlisco laat dit jonge bedrijf laat katoenen kleding met  zeer opvallende kleurrijke patronen maken in Afrika en verkoopt het daarna in Nederland. In ieder colbertje vind je een plaatje met daarop de herkomst en naam van de kleermaker. Het assortiment wordt momenteel uitgebreid met een kledinglijn voor vrouwen.   
 Bij het andere initiatief ging het om eenvoudige dagelijkse schoolbenodigdheden die wel duurzaam , functioneel en betaalbaar zijn. In een filmpje zagen we een steeds opnieuw te gebruiken schrift  gemaakt van duurzame materialen en meerdere ballpoint of fineliners van hergebruikt plastic en een kleurrijk leuk pennentasje gemaakt van afgedankte visnetten. 
Waka Waka toestel
 Als laatste en al meer succesvolle ondernemer kwam Camille van Gestel aan het woord, die vertelde over het grote mondiale succes van zijn nieuwe ontwikkelde product voor ontwikkelingslanden. Het is een apparaatje in mobiele telefoonformaat dat aan de achterkant een klein zonnepaneel heeft en aan de voorkant twee kleine felle led lichtjes. Ideaal voor in ontwikkelingslanden, waar vaak geen stroom is en licht in de avond voor artsen en vroedvrouwen levensreddend kan zijn en heel nuttig voor kinderen die schoolwerk moeten maken. Dit Waka waka toestel is een betere oplossing dan stinkende, gevaarlijke en niet duurzame olielampjes.
Ondernemer Maurits Groen heeft met dit product grote indruk gemaakt en voert al twee  jaar de Duurzaamheidslijst en  top 100 van het dagblad Trouw aan (2014 en 2015) .

De bezoekers kregen bij vertrek een gratis Waka waka toestel mee in een chique zwarte variant. Er is ook nog een andere variant ontwikkeld, die de mogelijkheid biedt om je mobiele telefoon ermee op te laden. Dat toestel is na voedsel het meest begeerde product in Syrische vluchtelingenkampen, want bereikbaarheid is in deze wereld al bijna een basisbehoefte. Verder zijn er al nieuwe ontwikkelde en verwante producten met nog meer toepassingsmogelijkheden.

Een mooie inspirerende avond, die de ASN regelmatig zou moeten organiseren om zo in direct contact te blijven met je belangrijkste stakeholders, de klanten. Weten wat er leeft en gebruik maken van ideeën en verbetervoorstellen  van je eigen klanten is de goedkoopste manier van innoveren.    
 Een extra stimulans is de Dow Jones Sustainability Index die voor verschillende sectoren die bedrijven eruit pikt die de beste scores halen. Zo hebben Philips , maar ook DSM en Unilever enige tijd in de top gestaan van hun branche. De laatste drie jaar t/m 2019 heeft Signify (de nu verzelfstandigde maar vroegere licht en Led-divisie van Philips) de nummer 1 positie behaald in de sector elektronische componenten en apparaten. Signify heeft nog meer ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen. Zij willen met hun wereldwijde activiteiten in 2020 al energieneutraal zijn. Ze maken voor 100% gebruik van hernieuwbare energie. De komende vijf jaar (tot 2025) wil Signify zijn impact op milieu en maatschappij verdubbelen. In goede zin dan en niet door meer vervuilende activiteiten, maar juist door vermindering CO2 uitstoot. In 2021 zou ook alle plastic uuit de verpakkingen voor consumenten zijn verdwenen en vervangen door duurzame alternatieven  zoals gerecycled papier/karton.  De omzet van circulaire producten  zou in 2025 moeten zijn verdubbeld naar 32% van het totaal. Daartoe behoren de met 3D-printers geproduceerde lampen die in hun fabriek in Maarheeze gemaakt worden. In hun straatverlichting moeten meer herbruikbare componenten zitten. Met telt ook innovatieve producten erbij die bijdragen aan een duurzame samenleving, zoals Ledlicht armaturen voor de tomatenteelt met minder water- en pesticidenverbruik.
Een nieuwe ontwikkeling is ook Trulifi, een draadloos netwerksysteem vergelijkbaar met Wifi , maar dan via gebruik van lichtgolven. Dat Trulifi-systeem is nu gerealiseerd in het PSV-stadion in Eindhoven  en zou zeer betrouwbaar en veiliger moeten zijn dan Wifi en een manier om cybercriminaliteit tegen te gaan. 
Op HRM gebied hanteert men ook vernieuwende doelstellingen  zoals aandeel vrouwen in leidinggevende posities moet naar 34% zijn gestegen in 2025 en men heeft ook ingezet op een gewenste diversiteit van de medewerkerspopulatie! Deze duurzaamheidsambities zullen zeker renderen.  

maandag 23 maart 2015

Studenten adviseren de overheid.


Fontys TB-Studenten uitgenodigd op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Als afronding van het vak Personeelsmanagement moeten studenten van de hbo-opleiding Technische Bedrijfskunde een Sociaal Jaarverslag beoordelen van een Nederlandse onderneming. Twee Associate Degree studenten hebben daarbij gekozen voor het Jaarverslag uit 2013 van het Ministerie van BuZa.  Beide heren zijn zelf werkzaam bij een  Ministerie, dat ook een internationale context heeft.  Zij vonden het daarom extra uitdagend om juist een ander ministerie te nemen ter vergelijking. 
Het Jaarverslag is digitaal goed te vinden op Internet en is zeer uitgebreid. Na het doornemen van het verslag moesten ze daarover een opdracht of taak maken waarin alle HR-instrumenten besproken worden, uitmondend in een sterkte/zwakte analyse en vooral ook verbetervoorstellen of aanbevelingen doen. 
Interessant daarbij is of de organisatie  een meer reactieve of juist een pro-actieve visie op HRM-gebied  hanteert?  Heeft men concrete doelstellingen geformuleerd zoals voor het terugdringen van het  ziekteverzuim , het verloop, de werknemerstevredenheid en het onderwerp  integriteit?  Heeft men een uitgesproken diversiteitsbeleid en evenwichtige personeelssamenstelling?

Boy Sijberts en Rob Hendriks voor het gebouw van het Ministerie van BuZa in Den Haag.

Het eindrapport van de twee studenten leverde een goede beoordeling  op vanuit Fontys Hogeschool en is daarom opgestuurd naar het ministerie ter informatie.  Niet lang daarna kwam er een onverwachte maar positieve reactie van de verantwoordelijke medewerker  mr. P. Keij, die een aantal suggesties zeker meeneemt voor de volgende rapportage. Daarnaast werden de studenten uitgenodigd voor een gesprek en rondleiding op het ministerie. Een prachtige kans om in de hectische “keuken” van BuZa te gaan kijken. 
Dit departement heeft de  huidige regeringsperiode veel wijzigingen in het beleid over zich heen gekregen van bezuinigingen en reorganisaties.  Buitenlandse handel heeft meer prioriteit gekregen dan ontwikkelingssamenwerking. Het aantal  ambassades en diplomatieke posten is flink ingekrompen en zijn alleen nog gevestigd in landen en regio’s die economisch heel interessant zijn.

                                                             Overleg in de werkkamer van mr. P.Key.
De uitnodiging kwam van jurist Keij, zelf Hoofd arbeidsvoorwaarden en rechtspositie en behorend tot de hoofddirectie P&O. Hij voert zelf de eindredactie en heeft uitgebreid uitgelegd hoe het hele proces verloopt voordat er een Sociaal Jaarverslag op tafel ligt of digitaal beschikbaar is. Verschillende afdelingen moeten daarbij informatie aanleveren en eventueel tekstblokken opstellen over de verschillende personeels-thema’s. De informatie moet vervolgens gecontroleerd worden en de stijl en opmaak eenduidig gemaakt, volgens de richtlijnen van het ministerie. Al met al een proces van schaven dat enige maanden duurt.  Bij BuZa ligt er daarom wel een gedegen en grondig verslag. 

Bij deze organisatie zijn een aantal HR-zaken goed opgepakt.  Zo zijn er 51% vrouwen en 49% mannen werkzaam en dat is een goede afspiegeling van de beroepsbevolking.  Ze hebben ook  een behoorlijk personeelsaandeel van andere etnische bevolkingsgroepen zoals bijna 8% niet-westerse  biculturele ambtenaren. Een kwart van het personeel heeft een jaarlijkse bonus gehad voor uitstekend functioneren.  Integriteitsbeleid heeft een hoge prioriteit gekregen en er wordt een procentuele verdeling gegeven van het personeel naar loonschalen.                  

 

Rob en Boy voor de wereldkaart met tijdzones op de begane grond.


Ontvangsthal en receptie van het Ministerie van BuZa

De studenten kregen aan het einde te horen dat hun adviezen meegenomen zullen gaan worden in de volgende uitgave van het Sociaal Jaarverslag , waar men nu volop mee bezig is en die waarschijnlijk eind april/begin mei gepubliceerd wordt. Vooral de opmerking om het personeelsbeleid en de HR- doelstellingen meer “SMART” (meetbaar en realistisch) te maken, werd goed opgepakt.  Bij onderwerpen als verzuim (minder dan 3%) en de m/v verhoudingen is dat relatief eenvoudig, bijvoorbeeld 30% vrouwen in topfuncties . Als het gaat om het integriteitsbeleid ligt dat veel complexer. Wat is een goede indicator daarvoor en waar leg je de meetlat? 
De studenten waren na afloop heel tevreden over de uitleg en vooral ook de open, lerende houding van de betreffende rijksambtenaar.