International Business
In het 3e jaar krijgen de Deeltijdstudenten van de Fontysbachelor
Technische Bedrijfskunde een project 11/12 dat de titel heeft International Business.
Om het project te kunnen uitvoeren moeten de studenten een bedrijf zoeken
dat mee wil werken om de internationale dimensies vanuit de verschillende invalshoeken
te belichten. Een aantal ondersteunende vakken zoals macro-economics, supply
chain management, business ethics, global procurement, new market strategy en international
culture helpen daarbij en leveren met hun taken en opdrachten een bijdrage.
Een groep studenten bestaande uit Wouter Hendrickx, Willem-Jan van
Rooij, Hans Sterken en Terence Smits hebben deze opdrachten uitgevoerd voor het
bedrijf Marel, dat 4600 werknemers telt en vestigingen heeft in meer
dan 30 landen. Het bedrijf produceert
machines en systemen voor de verwerking van pluimvee, vis en vlees en heeft een
productie- en servicefaciliteit in Boxmeer.
In de lessen hebben studenten kennisgemaakt met de theorie over
organisatiecultuur en het verschijnsel internationale cultuurverschillen op
basis van het bedrijfskundige standaardwerk van prof. Geert Hofstede: “Cultural
Differences”.
Hofstede heeft op basis van gedegen onderzoek vastgesteld dat landsculturen
van elkaar verschillen op een beperkt aantal dimensies. Dat zijn:
- machtsafstand (powerdistance index ),
- individualisme versus collectivisme,
- masculiniteit versus feminimiteit,
- onzekerheidsvermijding (uncertainty avoidance index) en
- lange versus korte termijn oriëntatie.
Voor ruim 75 landen heeft Hofstede de scores op deze dimensies
vastgelegd op basis van resultaten uit vragenlijsten. Daarmee kun je twee of
meer landen met elkaar vergelijken en vaststellen waar de verschillen groot
zijn en mogelijk voor (culturele) problemen kunnen zorgen. Hofstede noemt een
landen- maar ook bedrijfscultuur “een
vorm van collectieve mentale programmering die kenmerkend is voor leden van een
groep, bedrijf of land”. Het gaat hierbij dus niet om culturele
uitingen zoals kleding, folklore, geschiedkundige, klimatologische of
geografische verschillen tussen landen. De dimensies zijn van groot belang hoe
mensen reageren op gebeurtenissen en in verschillende situaties. Wat vindt men
normaal of gewoon en wat is juist abnormaal ?
Deze onderliggende dimensies of waarden, opvattingen en houdingen van mensen
zien we terug in concrete situaties van leidinggeven, organiseren, vergaderen,
samenwerken en omgangsvormen binnen
bedrijven en organisaties. Studenten moeten leren daarvoor enige gevoeligheid
te ontwikkelen en moeten zich inleven hoe het is om in China of Brazilië zaken
te doen of dichterbij in België of Duitsland. Ieder mens heeft de neiging
vanuit zijn eigen achtergrond en opvoeding te reageren op gebeurtenissen en dat
heet met een mooi woord egocentrisme.
We moeten echter voorbij vooroordelen & waardeoordelen en proberen juist begrip
op te brengen voor deze verschillen. Net zoals verschillen van meningen kunnen
bijdragen aan een goede dialoog.
Interessant bij het bedrijf Marel was het gegeven dat zij de 30 landen
waarin zij actief zijn en vestigingen hebben, ingedeeld hebben in zes clusters waarbij heel verschillende
landen zijn samengevoegd:
Cluster 1: Nederland, België,
Duitsland en Oekraïne
Cluster 2: Frankrijk,
Zwitserland, Spanje, Chili en Brazilië
Cluster 3: China, Turkije,
Zuid-Korea, Japan en Australië etc.
Het is niet duidelijk op basis waarvan deze indeling is gemaakt. Misschien
op basis van logistieke stromen vanuit bepaalde productie- of
distributiecentra, of bepaalde product/marktcombinaties? Bij andere multinationals gebeurt dat vaak op basis van geografische
ligging (Noord- en Zuid Amerika) of taalverwantschap (Engels, Spaans, Slavisch,
Aziatisch) of wettelijke kaders (EU, VS, BRIC-landen). Het interessante van de visie van Hofstede is dat je een dergelijke
indeling juist ook zou kunnen en moeten maken vanuit een visie op culturele verschillen.
De studenten hebben Nederland met vier andere landen, te weten
Duitsland, Japan, Saoedi-Arabië en Brazilië vergeleken en de grootste
cultuurverschillen eruit gelicht en “vertaald” naar concrete bedrijfssituaties.
Voor de verschillende landen zijn ze daarbij te rade gegaan bij medewerkers van
Marel die de meeste werkervaring hadden met het betreffende land. In de vorm
van een interview zijn concrete gebeurtenissen, voorvallen en ervaringen besproken.
Daarna hebben de groepsleden ieder individueel voor één land
aanbevelingen gegeven hoe je het beste de kloof kunt dichten of een brug kunt
slaan over de culturele en bedrijfsverschillen. Al met al een prima resultaat voor school,
maar hopelijk ook voor het bedrijf. Groepslid Terence Smits, die ook zelf werkt
bij het bedrijf, zal het rapport aanbieden aan het Management van Marel. Met
een dergelijk project ontstaat een win/winsituatie voor studenten en bedrijf. Niets is zo praktisch als een goede theorie.