Het nut van functionerings- en beoordelingsgesprekken.
In het
najaar van 2018 kwam in het nieuws dat een aantal grote bedrijven en
organisaties met veel personeel zoals Achmea, Eneco, Rabobank, ING en Randstad besloten
hebben hun jaarlijkse beoordelingsgesprekken
af te schaffen. De benodigde uren en dus kosten wegen niet op tegen de verwachte
voordelen. Deze stap is mede ingegeven door een eerder grootschalig onderzoek uit
2005 van Deloitte, waaruit bleek dat de uitkomst van beoordelingsgesprekken
meer vertelt over de beoordelaar dan over de beoordeelde medewerker. Dat blijkt
bijvoorbeeld als je een persoon laat beoordelen door meerdere beoordelaars
onafhankelijk van elkaar. Dan komen er verschillende resultaten uit, waardoor
het oordeel dus erg relatief is. Het
bleek ook dat mannen beter beoordeeld worden dan vrouwen, hetgeen dus
statistisch gezien niet zou mogen. Bovendien is de prestatie van iemand niet
altijd goed te meten en hangt af van veel omstandigheden.
Verder is
het ook zo dat het resultaat van de beoordeling vaak leidt tot frustratie bij
degenen die beoordeeld worden. Hij/zij vindt vrijwel altijd dat hij/zij meer “verdiende”
dan datgene dat uiteindelijk geboden werd. Al met al dus contraproductief.
Mensen
willen ook meer intrinsiek dan extrinsiek beoordeeld worden zo bleek al lang
geleden uit een gedegen onderzoek van Herzberg. Men wil graag meer vrijheid en
verantwoordelijkheid, dat zijn de belangrijkste (intrinsieke) satisfiers in het
werk. Iets meer geld (extrinsiek) is vaak maar een zeer tijdelijke prikkel (dissatisfier)
.
Het
jaarlijkse beoordelingscircus met vaste formats en ingevulde afvinklijstjes lijkt dus achterhaald. Je kunt er echter niet
helemaal afstand van nemen, want de wetgever eist dat er een
beoordelingsgesprek plaatsvindt voor het aflopen van een tijdelijk arbeidscontract.
Of iemand mag blijven of juist weggestuurd wordt hangt juist daarvan af. Zonder
dat formele gesprek en oordeel zal de kantonrechter eerder de positie kiezen
van de werknemer in geval van een arbeidsconflict dan die van de werkgever. Een
transitievergoeding kan dan nog extra opgelegd worden.
Tussentijdse
gesprekken zijn wel zeer welkom en wenselijk, want mensen hebben een sterke behoefte
aan waardering en erkenning voor een geleverde prestatie tijdens het werk. Dus
zijn open en directe gesprekken hierover belangrijk, maar die moeten niet
maar een keer per jaar plaatsvinden. Dan verliest het juist zijn waarde.
Je moet dus zoeken naar een hogere frequentie van gesprekken en naar andere
vormen van beloning dan alleen maar in geld.
Het
bovenstaande geldt daarom ook niet voor functioneringsgesprekken. Die zijn juist
bedoeld om medewerkers los van het dagelijkse werk zich te laten uitspreken over hun taak,
functie, plannen en verwachtingen. Een vinger aan de pols houden is heel
belangrijk en niet alleen bij een bezoek aan de huisarts die de polsslagen
telt. Zo weet een werkgever of leidinggevende wat er om gaat in het hoofd van de medewerker en
kan hij/zij hierop inspelen met training, opleiding en/of een loopbaantraject.
Het zou dom en zeker juist kapitaalvernietiging zijn als je deze gesprekken
afschaft. “People are the main assets“ is de belangrijkste HRM-slogan en dus is
regelmatig luisteren naar medewerkers heel zinvol.