dinsdag 16 september 2025

Personeels- en Organisatiebeleid moeten samen gaan.







HRM en Sociale Innovatie gaan prima samen.

Eric  Damhuis is ambassadeur van de provincie Noord-Brabant en deze bijzondere ondernemer heeft met zijn bedrijf Vitrov bouw en vastgoed in 2013 de onderscheiding “Slimste Bedrijf” van Nederland gewonnen, die uitgereikt wordt door Syntens, dat onderdeel is van het ministerie van Economische Zaken. Afgelopen jaar is Damhuis door de provincie Noord-Brabant uitgeroepen tot een van “Brabants  Besten” . Op maandag 16 maart gaf hij bij het Fontys instituut BEnT een toplezing voor docenten en studenten met als titel : “Scrummen in de Bouw”. 

Eric Damhuis

Wat  Damhuis bijzonder maakt is dat hij het persoonlijk welzijn van zichzelf en de medewerkers serieus neemt. Hij is een prima adept van de Braziliaanse Ondernemer Ricardo Semler die ook beweert dat hij het geluk van zijn personeel voorop stelt. Daarvoor is het nodig allerlei belemmerende regels af te schaffen en  mensen maximaal te betrekken bij het bedrijfsproces. In het bedrijf wordt maandelijks alle financiële informatie openlijk gedeeld in een zogenaamde “Sprint- meeting”. Dat is inclusief openheid over alle salarissen. Aanvullend hanteert de ondernemer dagelijks een “scrum-sessie” waaraan al het personeel (staand) deelneemt en dat slechts 15 minuten duurt vanaf 9 uurs-ochtends. Alle deelnemers vertellen heel kort waar zij gisteren mee bezig waren en vandaag mee aan de slag zullen gaan en wat hun daarin hindert. De bedoeling is om transparant en eerlijk te zijn en dus kwetsbaar, waardoor collega’s iemand kunnen helpen. Deze dagelijkse routine draagt bij aan een hecht , autonoom zelfsturend team dat volledig op de hoogte is en alle kans krijgt zich te ontwikkelen. Iedereen krijgt spreektijd en draagt eraan bij ongeacht zijn functie of plaats in de hiërarchie. Damhuis zegt dit concept te hebben overgenomen uit de ICT-wereld waar dit ontwikkeld is , mede geïnspireerd is vanuit het rugbyspel.


Ondernemer Damhuis heeft met een partner het bouwmanagementbureau Vitrov opgericht en zo’n acht jaar geleidt. Vorig jaar is hij eruit gestapt en heeft het bedrijf Vega overgenomen. Daar praktiseert hij dezelfde principes van zelfsturing. Inmiddels is het bedrijf Vega omgevormd tot Brain of Buildings. Dat een expertisecentrum wil zijn voor bouwinnovaties.


Net als bij Semler blijken persoonlijke ervaringen in het leven van Damhuis aanleiding te zijn geweest om het roer rigoureus om te gooien.  Hij komt uit een familie van bouwondernemers en heeft ook een opleiding bouweconomie gevolgd en daarna bedrijfservaring opgedaan bij gerenommeerde bouwbedrijven waaronder Heijmans. Uiteindelijk kreeg hij gezondheidsproblemen met aanhoudende buikpijn en hoofdpijn. Tijdens dit ziekteproces ging hij zich bezig houden met existentiële vragen en concludeerde dat hij het helemaal anders wilde gaan doen. Niet langer meer het traditionele leiderschap en volledige verantwoordelijkheid dragen als directeur/ondernemer.
 Manager zijn is een zeer stressvolle taak als je denkt dat je de volledige verantwoordelijkheid draagt.  Geef het personeel de ruimte om zelf verantwoordelijk te zijn en laat ze samen (betere) oplossingen te bedenken en beslissingen nemen. Dat ontlast de leidinggevende manager of ondernemer en die wordt daardoor meer een ondersteunende coach.


Naast Semler heeft Damhuis zich ook laten inspireren door “De atomiumorganisatie” van auteur Eric Koenen en de Agile visie, die tot uiting komt in het boek “Olietankers en speedboten” van Menno Lanting om bedrijven alerter te maken. Inspiratie hierbij komt uit de natuur, waarbij het voorbeeld gebruikt is van een zwerm vogels of school vissen die perfect harmonieus samen kunnen bewegen als een geheel, zonder een centrale leiding.


Damhuis is ook goed op de hoogte van de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van creativiteit en innovatie. Hij noemde met name hoogleraar Henk Volberda van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar innovatieve bedrijven en geconstateerd heeft dat innovatie voor 75% te danken is aan sociale innovatie en maar voor 25% aan technische innovatie. Onder sociale innovatie wordt verstaan “slimmer werken, flexibel organiseren,  dynamisch managen én co-creatie. Damhuis brengt dat ook daadwerkelijk in praktijk met zijn scrum- en sprintsessies.
 Volberda constateerde ook dat juist de creatieve sector van het bedrijfsleven paradoxaal genoeg het minst innovatief is. Sociaal innoveren is nog een relatief onbekend fenomeen dat wel zeer belangrijk is gebleken. Daarnaast is het zo dat er desondanks de laatste jaren steeds minder geïnvesteerd wordt in sociale innovatie, terwijl dat juist meer zou moeten zijn. Hetzelfde geldt voor grote ondernemingen die veel minder innovatief zijn dan kleinere bedrijven. MKB-ers zijn de motor van de innovatie in Nederland. 

HRM- of Personeelsbeleid

Op dit vlak deed  Damhuis ook een paar opmerkelijke uitspraken. Iedere onderneming zou een volledige afspiegeling moeten zijn van de samenleving en dus beroepsbevolking. Een bedrijf kan pas duurzaam en vernieuwend zijn als alle bevolkingsgeledingen vertegenwoordigd zijn dus : jong én oud, man én vrouw, allochtoon én autochtoon, gezond én gehandicapt. Dat is een harde voorwaarde.  Damhuis wil ook een bedrijf leiden dat sterk waarde gedreven is en dus een sterk ethisch besef hanteert. Kernwaarden als vertrouwen, openheid, transparantie, verantwoordelijkheid en talentgerichtheid zijn geen holle kreten uit een mission statement, maar zijn in dit geval concrete criteria die de scrummaster (een roulerende rol bij de dagelijkse meetings) als toetssteen hanteert. Verder is het zo dat Damhuis geen (extra) jaarlijkse functionering- of beoordelingsgesprekken houdt, omdat hij dat naar zijn mening al dagelijks doet.  Er is openheid over salarissen en er wordt verwacht dat het personeel ook eventueel inkomen inlevert als er te weinig declareerbare uren en dus verlies wordt gemaakt. De enorme betrokkenheid blijkt wel uit het feit dat Damhuis trots vertelt dat het verzuim nihil is. Kennelijk heeft hij zichzelf daarbij niet meegerekend, want enigszins beschroomd vertelde hij dat hij zelf een hersentumor heeft gehad en daarvoor behandeld is en dus tijdelijk heeft moeten verzuimen. Medewerkers hebben geen vast aantal vakantiedagen of vaste werktijden.   Damhuis riep de aanwezige studenten op om in juist hun sollicitatiebedrijf en cv vooral ook iets persoonlijks en unieks te benoemen. Juist je passie en talent moet je benadrukken en dat moet ook de ruimte krijgen in een bedrijf. Hij noemde het zelfs “the war on talent”.

Persoonlijk excelleren, leren van elkaar en vanzelfsprekend intensief samenwerken zijn nodig en waarbij je je realiseert dat verandering (in bedrijven) de natuurlijke modus is.       

Zie ook:




                  




                  

maandag 15 september 2025

Ondernemen is Waarde scheppen !



De wijsheid van een organisatieadviseur

Deze uit België afkomstige Vlaamse Nederlander woont al jaren in Noord-Holland en is een veelgevraagd managementspreker en trainer. Zelf noemt hij zich op zijn website een bedrijfs(verlos)kundige, want zijn hoofdtaak is het helpen van organisaties om waarde te creëren.
In ruim een uur tijd besprak hij in vogelvlucht wel honderd sheets, waaronder ook een aantal filmpjes die tot de verbeelding spreken. Dit was mogelijk omdat Thys ook een razendsnelle spreker is, die zijn betoog veelvuldig afwisselt met typische Belgische humor. Hij grijpt iedere gelegenheid aan om op een leuke manier een karikatuur te maken van Nederlanders . Zijn interactieve spreekbeurt bestond eruit dat hij zelf de vragen stelde en deze daarna ook beantwoordde, zonder arrogant te zijn. Hij heeft zijn kernboodschap al zo vaak gepresenteerd dat het een gestroomlijnd verhaal is geworden dat desondanks verfrissend en inspirerend is. Zijn opleidingsachtergrond is taalkundig en dat maakt dat hij kritisch en erudiet alle management- en marketingliteratuur heeft uitgeplozen en daar de essentie uit haalde.

Verder is hij ook een productief schrijver en zijn er momenteel al 15 boeken van zijn hand verschenen. Zijn laatste boek “Dit is geen economische crisis” was het hoofdonderwerp in zijn recente spreekbeurt in Valkenswaard op uitnodiging van de Rabobank.

De titel van het boek is natuurlijk provocerend en is ook niet bedoeld als ontkenning van welk historisch feit ook. Hij beschrijft alleen dat ondernemers en economen als het ware gevangen zitten in zes mythen die hij probeert te ontkrachten met feiten.

Crisis.
Zonder ze allemaal te bespreken zal ik er een uitlichten. Zo liet Thys een sheet zien van de koersontwikkeling (AEX of DowJones index) vanaf de tweede wereldoorlog tot 2010. In die periode waren er wel 10 verschillende perioden met grote uitschieters naar beneden te zien, dus perioden van economische crises. Kortom een economische crisis is helemaal niet zo ongewoon of uitzonderlijk, maar kennelijk een vaak terugkerend verschijnsel. De economie ontwikkelt zich nu eenmaal in cycli met op en neergaande bewegingen. Aan ondernemers gaf hij dus de opgave om hier dus gewoon rekening mee te houden.
Een ander opvallend punt bij de meeste eerdere crises was wel dat het opkrabbelen na een recessie meestal maar kort duurde (minder dan een half jaar). De huidige economische crisis die nu al 5 jaar voortduurt is daarmee wel een uitzondering en vereist extra aandacht.
De belangrijkste boodschap voor ondernemers in tijden van crisis is dus:
“Zorg goed voor je klanten, zorg goed voor je medewerkers, let op de kosten en kies voor de snelste opbrengsten”. Daarna kwam de vraag aan het publiek van ondernemers: ”Maar moet je dat dan niet altijd doen”?? Ja, natuurlijk dus ongeacht of er een crisis is of niet .

Levenscyclus
Een ander wetenschappelijk feit was een ouder onderzoek van Accenture waarin te zien was dat er ook in crisistijden toch altijd groepen bedrijven zijn die als winnaars en een andere groep die als verliezers uit de bus kwamen. Het was dus volgens Thys een kwestie van de juiste keuzes maken.
We (ondernemers en bedrijfskundigen) realiseren ons niet altijd goed genoeg dat ook alle bedrijfskundige modellen en theorieën een beperkte en eindige levensduur hebben net zo goed als bedrijven en producten! 
 Een SWOT -analyse of het Krachtenmodel van Porter of een strategische analyse zou dus ook momenteel niet meer geldig hoeven te zijn.
Blijf dus innoveren is zijn motto en daarvoor bestudeert en analyseert Thys zelf regelmatig de top 100 lijstjes van Forbes of het Financieel Dagblad (rubriek FD- Gazellen) van snelst groeiende MKB-bedrijven. Opvallend is daarbij dat dit steeds vaker vrij nieuwe en jonge bedrijven zijn zoals het detacheringsbedrijf DPA. Zij innoveren door een branche of bedrijfstak te hervormen, anders te denken of een ander systeemdenken toe te passen. Je moet op een hoger abstractieniveau gaan zitten om een probleem te kunnen oplossen.
Thys spreekt vaak over de "Core Essence" van een bedrijf. Daarbij zou een ondernemer zich drie vragen moeten stellen:
* Wat moeten we?
* Wat kunnen we?
* Wat willen we (gaan doen)?
De uitkomsten of antwoorden van de eerste twee vragen komen samen in het anwoord op de 3e vraag en dat is de core essentie. Hij spreekt ook liever over bedrijfsmanifest dan mission statement of visiedocument, maar dat is natuurlijk slechts een taalkwestie.

Waarde creëren
Bedrijven die als doelstelling winst maken hebben zijn volgens Thys de minst succesvolle. Waar het echt om draait is: “waarde (voor de klant) creëren”, want het geld van klanten stroomt naar concrete waarden. Altijd moet de behoefte/perceptie van de klant uitgangspunt zijn. Een goede kwaliteit is vanzelfsprekend en geen pluspunt. De klant verwacht niet anders. Daarnaast komt het op de extra’s aan : de context rondom het product of dienst en natuurlijk de uitstraling van je personeel. Het duurt hooguit een seconde voordat je een indruk hebt van een medewerker in een winkel en of die tevreden is en zijn taak serieus neemt. En.. het moet niet alleen leuk…, maar vooral ook plesant zijn! Het moet aangenaam en plezierig om zaken te doen . Een wijze les!

zondag 19 januari 2025

Student-challenges hebben de toekomst.

 In retrospectief.


Toen ik begon met mijn studie Technische Bedrijfskunde aan de toen nog Technische Hogeschool van Eindhoven (later Technische Universiteit) geheten, was mijn belangrijkaste drijfveer een groot interesse en vooral ook nieuwsgierigheid om dingen te leren die de wereld en de economie zouden gaan helpen.

Geboren in 1955 in Zuid-Limburg heb ik de “Flower Power-tijd  van redelijk nabij meegemaakt met als meest  prominente boegbeeld  Roel van Duyn en zijn Amsterdamse kabouters beweging en de massale demonstraties tegen kernenergie en tegen de oorlog in Vietnam. Mijn drie jaar oudere broer was een actief deelnemer en verweerde zich ook tegen militaire dienst .Hij deed dat door als gewetensbezwaarde erkend te worden en kreeg daarmee het label  S5 (stabiliteit 5 oftewel mentaal labiel) opgeplakt  en moest vervangende dienstplicht doen. Mij bleef datzelfde traject  bespaard omdat ik een zwakke rug had werd ik met  een dubbele scoliose (afwijkende kromming van de wervelkolom)  meteen naar huis werd gestuurd.   

Het was een roemruchte tijd met veel grote demonstraties en een opkomende tegencultuur met langharige jeugd en kleurrijke jongeren, die “Love &Peace Not War’ verkondigden in de stijl van de Beatles. De grote muziekfestivals met moderne elektrische geluiden vulden alle radio’s en platenspelers en kon je zien op  het legendarische Woodstock en dichterbij  het jaarlijkse meerdaagse popfestival met topbands op Pinkpop in Zuid-Limburg. 

Niets was voor de nieuwe generatie meer vanzelfsprekend : de overheid, de  wetten  en   oude gewoonten . We wilden alles opnieuw onderzoeken en eigen keuzes maken. In ons gezin gingen  de gesprekken vaak over politiek, maar waren wij als kinderen niet zo overtuigd van de grote rol en weldadige invloed van de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog, de VS. 

De geallieerden waren  “onze bevrijders “ zei mijn vader dan altijd . Wij opperden daartegen dat ze later in het geheim kernwapens hadden gestationeerd in Nederland (op het militair vliegveld in Volkel en Woensdrecht naar alle waarschijnlijk zo heeft oud premier Ruud Lubbers ooit laten doorschemeren).     

Tegendraads en  recalcitrant werd ik toen genoemd en dat klopte ook wel enigszins, maar niet uit balorigheid of stuursheid, maar om nieuwe wegen in te slaan.  Wij zagen toen al de gevolgen  van het neo-liberalisme en het vrije kapitalisme, dat de wereld eenvormig en zeker ook de wereld grote schade berokkende.

Ik zocht mijn toevlucht tijdens de studie in wat toen  de kleinschaligheidsbeweging heette met als grote boegbeeld de Oostenrijkse Econoom E.F.Schumachter , die de meeste mensen kennen van zijn wereldberoemde boek “Small is beautiful . De TU/e had zelfs een vakgroep aangepaste (kleinschalige) technologie, waar geëxperimenteerd werd met kleine windmolens en aangepaste landbouw- technologie. Het Nederlandse windmolenbedrijf Lagerweij is daaruit voortgekomen, maar heeft haar dominante marktpositie later verloren aan Deense bedrijven.  Zelf was ik ook een regelmatige bezoeker van de Kleine Aarde in Boxtel, waar je de resultaten van alternatieve technologie in het echt kon zien werken . Kleine verschillende typen windmolens, houten gebouwen waar ook stro en vlas en leem in de muren waren verwerkt , compost-toiletten, gescheiden grijs-afval-  en drink-water  en de eerste zonnepanelen. Sietz Leeflang en zijn stichting (en tijdschrift) De twaalf Ambachten, was de milieuactivist en uitvinder pur sang, die veel voor  de Kleine Aarde in 1970 heeft betekent.  

 

prototype Lightyear


Hier leefde het gevoel dat we de zaken in het leven en in de samenleving heel anders moesten gaan aanpakken om mondiale problemen van watertekort, vervuild water en vervuilde lucht en ook vervuilde aarde moesten proberen te voorkomen. Minimaal gebruik van cement, plastic en andere materialen was het devies en zij toonden aan dat het kon.

Mede hierdoor geïnspireerd  maakten we met een klein groepje Tu-studenten een        kleinschaligheids-tentoonstelling en bijbehorend boekje om studenten en publiek te laten kennismaken met soortgelijke initiatieven,  zoals in kleinschalige projecten binnen de “gezonde” biologische en biologisch-dynamische landbouw, kringloopwinkels en gezonde eetwinkels.  

Daarnaast was ik ook actief in het STOK (Stichting Onderzoek Kleinschalige initiatieven) en heb ik een artikel gepubliceerd over de ongelijke behandeling van reguliere en alternatieve landbouw. Later ben ik nog een paar jaar kredietadviseur geweest van Memomunt, een kleine club uit Amsterdam en tegenhanger van de Triodosbank in de beginjaren. Zo kwamen we in het hele land bij kleinschaligheids-initiatieven en probeerden we ze financieel te steunen en professioneel te adviseren.

Zelfs de oprichting in mijn studententijd van een Bedrijfskunde wetenschapswinkel waaraan ik heb meegewerkt was een signaal naar de buitenwereld. We wilden niet alleen bedrijfskundige adviezen geven aan grote multinationals als Shell, Hoogovens, DAF  en Philipsm maar juist ook aan maatschappelijke en kleinschalige initiatieven.  De hooggeleerde heren professoren vonden het niet leuk en zagen hun lucratieve broodwinning als goedbetaalde adviseurs in gevaar komen. Het 25 jarig jubileum werd toch later gevierd en dient als teken dat het kennelijk jarenlang in een echte behoefte voorzag. 

Een jaar lang heb ik na mijn studie deelgenomen aan een adviesclub Commentor en adviseerde ik ook aan kleinschaligheidsinititatieven als Groothandel Piramide,  het Zeeuwse en oudste BD-bedrijf Loverendale,  groothandel Akwarius in Lelystad. Toch was daar geen economische basis voor mij weggelegd, daarvoor was “dit wereldje” nog te klein.  

Als afgestudeerd Technisch Bedrijfskundig ingenieur ben ik na enige jaren te hebben gewerkt aan de Bedrijfskunde faculteit van de Erasmus Universiteit weer mijn studiestek van Eindhoven opgezocht en ben ik gaan werken voor de studierichting Technische Bedrijfskunde van Hogeschool Eindhoven (het latere Fontys) . Daar heb ik vanaf 1991 ruim drie decennia  lesgegeven in Duurzaam Ondernemen, Maatschappelijk Verantwoord ondernemen (MVO), circulaire economie en ethiek  en twee boeken gepubliceerd o.a.  Solidaire Economie.



Een kleine  vijftig jaar geleden  had ik samen met een klein groepje geestverwanten,  het vermoeden dat het anders moest, minder grootschalig, minder vervuilend en zagen we de opkomende ellende van plastic , kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen steeds verder toenemen. De schadelijke uitstoot van fijnstof en kooldioxide van brandstoffen was een toenemende zorg.  

 Dat een middelbare schooljongen Boyan Slat hiertegen iets wil ondernemen is fantastisch, maar als er op wereldschaal geen halt wordt toegeroepen tegen koolwaterstoffen en plastics  is het tevergeefs dweilen met de kraan open.

We weten pas sinds kort van het bestaan van microplastics en hun schadelijke aanwezigheid in iedere cel van ons lichaam. Datzelfde geldt voor Pfass en ook pesticiden zoals Glusofaat (het beruchte Roundup van Monsanto (nu Bayer))  en andere chemische bestanddelen.     Hoezo hebben we decennialang sterk vervuilende industrieën zo maar hun gang kunnen laten gaan. Milieuwetgeving was er alleen op papier, maar werd nauwelijks of niet gehandhaafd. Hoezo heeft Schiphol geen natuurvergunning?  Kan Hoogovens (nu Tata Steel ) zelf milieumetingen en monsters nemen en zo de omgeving jarenlang een verkeerd beeld voorspiegelen.

 Hebben jarenlange bemoeienis van milieuministers en landbouwministers  en hun ministeries enig effect gehad op het verbeteren van de afval- en milieuproblematiek van de intensieve landbouw? Nu opeens de CO2 normen worden overschreden, dreigen er drastische maatregelen en kan de hele sector opdoeken?

 Voedsel is net als schone luncht en  gezond drinkwater  een basisvoorziening. Dat moet op een verantwoorde manier gebeuren , lokaal bij ons zelf !    

Het lijkt of we na een winterslaap van decennia  opeens wakker schrikken en nu opeens alles verbieden: vervuilende industrie, intensieve landbouw,  wegen- en woningbouw, luchtvaart en brandstofauto’s. Het is een teken aan de wand dat nog maar vrij kort bestaande plastic-recyclefabrieken vrijwel allemaal failliet gaan en daarmee hun kennis verdwijnt en de afvalberg alleen maar groter wordt of de afvalovens opnieuw moeten gaan opstoken?!  Jarenlang hebben we bedrijven hun gang laten gaan. Waren wij te goed van vertrouwen of gewoon laks?   Alle toevoegingen  in ons water en lucht en voedsel zouden toch gemonitord moeten worden op schadelijkheid, giftigheid voor mens en natuur?

Pas een paar jaar geleden is de EU ermee begonnen om in het kader van het project REACH een inventarisatie te maken van schadelijke stoffen . Te beginnen met stoffen die in volume of gewicht enorm zijn . We kennen de eigenschappen van deze stoffen kennelijk nog niet en het bedrijfsleven mag het gewoon gebruiken?   

Zijn we bij voedingsmiddelen strenger dan bij andere gebruiksproducten?  Waarom zit er al jaren teveel suiker en zout in ons bewerkt voedsel ? Wie kent alle e-nummers op de etiketten en weet nog of iets genetische gemanipuleerd is of niet.?  

Hoezo ongeteste vaccins inspuiten in mensen en kinderen,  zonder dat de veiligheid en effectiviteit grondig zijn vastgesteld  door onafhankelijke wetenschappers. Laten we dat de farmaceutische bedrijven zelf doen? Die er grote sommen geld mee kunnen verdienen en tegelijkertijd juridische immuniteit eisen? Dat is toch vragen om problemen!? 

In gesprekken met mensen bespeur ik de laatste jaren een toenemende  pessimistische stemming . Men ziet het niet meer zitten? Het ene na andere hoofdpijndossier komt bovendrijven van de ellende van de gaswinning in Groningen , tot de mijnschade in Limburg,  de toeslagenaffaire bij een grote en kwetsbare groep ouders en kinderen, het UWV –debacle met verkeerd toegekende WIA- en Wajong-uitkeringen , de problemen van discriminatie bij het overheidsbureau Duo bij de toekenning van studiebeurzen en –leningen??!! .

De jaren van politieke wijsheid en respect lijken ook uit lang vervlogen tijden. De grote politieke verschuivingen de laatste jaren zijn geen geruststelling. Steeds meer nieuwe partijen (of bewegingen) maken het regeren steeds moeilijker voor de langere termijn .

De vernieuwende ideeën van de ooit op kleine schaal begonnen  Kleine Aarde hebben de tijd goed doorstaan. Er zijn veel initiatieven uit ontstaan en een composttoilet is niet alleen een nuttig gebruiksvoorwerp in Camper of Caravan, maar worden in de toekomst met steeds schaarser wordend drinkwater een grote markt.  Het scheiden in twee circuits van regen- afval-  en drinkwater vinden ook steeds meer ingang in bedrijfspanden  en gebouwen en huizen. Groene of sedumdaken zijn ook steeds gewoner geworden. Bouwen met hout en andere natuurlijke (isolatie-) materialen neemt ook gestaag toe . Steenwol en of vlaswol zijn goede vervangers voor kunststof isolatiemateriaal ondanks het prijsverschil.

Inmiddels heb ik al een paar jaar de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en vraag ik me weleens af. Heeft het zin gehad? Wat hebben we fout gedaan? Waar kunnen we hoop uit putten?  Er zijn bruikbare alternatieven voor veel schadelijke zaken en die moeten we hoe dan ook stimuleren  om de mens, het milieu, de natuur , het ecosysteem te beschermen of minimaal te belasten. 

De Cradle to Cradle visie van de Duitse chemicus Braungart en de Amerikaanse architect McDonough hebben voor een grote doorbraak gezorgd en veel optimisme opgeleverd.  Zij hebben hele productieketens doorgelicht en tot op de draad uitgeplozen en gezonde duurzame alternatieven opgeleverd. Zie ook bedrijfskunde: Cradle to Cradle heeft de toekomst (fontysduurzaam.blogspot.com)

 We moeten geen producten op de markt brengen als we niet weten waar we de grondstoffen vandaan halen en wat we met de afvalberg later moeten doen. Dat geldt voor windmolens, zonnepanelen en elektrische accu’s alsook alle elektronische producten.   De economie moet zeker circulair worden met maximaal en volwaardig hergebruik van grondstoffen. We moeten streven naar duurzame energiebronnen  om kolen, veen, benzine   en later ook olie en gas te  kunnen vervangen . Het vernuft en de technologische kennis is groot en moeten we aanwenden. De menselijke wil is er zeker!

We moeten streven naar natuurlijke lokale producten in plaats van chemische additieven.

Het terug naar de natuur idee werd lange tijd als lachwekkende “ end of the road"  afgedaan.   

Geen 5G –installaties als niet heel zeker is aangetoond dat de masten en hun straling niet schadelijk zijn voor de natuur, milieu en mens.  

 Persoonlijk ben ik erg blij dat ik decennia gewerkt heb met een nieuwe generatie jongeren die wel bereid zijn om verder te kijken. Gelukkig zijn er veel projecten ontstaan op Hogescholen en Universiteiten  waar duurzame alternatieven voor een huis, voor een vliegtuig,  voor een auto werden ontwikkeld . Denk aan Lightyear, Noah , Stella en nog vele andere voorbeelden.

Van de overheid moeten we het niet hebben. Daar zitten geen leiders maar volgers zei de conferencier Pieter Derks op oudejaarsavond 2024!  Vanuit het bedrijfsleven hoef je ook geen revolutionaire veranderingen te verwachten , zij houden liever van de statusquo en stabiele aandelenkoersen en omzetten. Zo hebben autofabrikanten in decennia nauwelijks hun nieuw typen wagens  zuiniger wat brandstof verbruik gemaakt. Dat was niet in hun belang. Wel is er veel geïnvesteerd in luxe, extra’s en veiligheid!?

Studenten hebben niets te verliezen en zijn zelfs bereid om een jaar hun studie stop te zetten en mee te doen in speciale ontwikkelteams. Daar komen wel revolutionaire vernieuwende producten uit. Zie      bedrijfskunde: Gaan Noah en Lightyear One de wereld redden? (fontysduurzaam.blogspot.com)       



De jeugd heeft de toekomst is een gevleugelde uitdrukking en na bijna 40 jaar in het hoger technisch en bedrijfskundig onderzoek te hebben gewerkt kan ik dat volmondig beamen.

De jonge generatie heeft het vizier op de toekomst gericht en zien ook het belang in van noodzakelijke veranderingen voor de wereld en de samenleving. Boyan Slat is een bijzonder voorbeeld die tot ieders verbeelding spreekt. Zo hebben we veel meer mensen/studenten nodig en vooral ook Student Challenges. 

Een mooi voorbeeld is de prijsvraag die Elon Musk een aantal jaren geleden in het leven riep  voor de studentengroepen maar ook bedrijven, die het beste ontwerp maakte voor de Hyperloop. Dat is  een soort vacuumbuis waarin een capsule met passagiers met een hoge snelheid een grote afstand kunnen overbruggen. Een heuglijk feit was dat het juist   een Nederlandse studentengroep van de Technische Universiteit Delft was, die won en daardoor hun ontwerp ook mochten testen op een proefbaan.  Jonge mensen hebben het vermogen om vrij te denken en los van de gebruikelijke belemmeringen met oplossingen te komen. Geef ze vrij baan.

Problemen  of beter uitdagingen hebben we  genoeg. Wat te denken van het hergebruiken en liefst “ upcyclen” van technisch en economisch afgedankte wieken van de moderne windturbines . In de VS vind je gewoon begraafplaatsen voor deze zeer lange elementen ? Dat is geen duurzame oplossing toch? Hetzelfde geldt voor afgedankte zonnepanelen die nu maar gewoon verbrandt of vernietigd worden in plaats van ze te kunnen  hergebruiken. Bedenk hoeveel panelen dat zullen zijn over  tien of 20 jaar? Hoeveel zeldzame metalen daarmee verloren gaan.

Een ander probleem/uitdaging is de brandgevoeligheid  van zonnepanelen en accu’s van elektrische voertuigen. Als accu’s eenmaal vlam vatten duurt het zeer lang, voordat ze “uitgebrand” zijn.  Recent is dat nog gebleken in overdekte garages en ook bij een schip op zee voor de Nederlandse kust met aan boord honderden gloednieuwe Chinese auto’s die vlam vatten . Pas na een week hield het rookpluim ermee op .  Voor de brandweer is het extra moeilijk blussen als er zonnepanelen liggen op de daken van nieuwere huizen. Daar hebben de panelen-ontwerpers nooit vooraf aan gedacht. Dat ging juist alleen om een zo hoog mogelijke elektrische opbrengst en rendement bij een zekere lichtinval.

Zo kan ik nog wel meer "akkefietjes" noemen. Wat te denken van microplastics in het milieu en ook in het menselijk lichaam?  De sinds kort alarmerende situatie met Pfas in ons water, onze lucht en op en in de aarde?

Wie neemt het initiatief om studenten-challenges nieuw leven in te blazen , niet alleen met vernieuwende consumenten producten, maar ook rondom nieuwe eigenschappen bij bestaande producten of het verminderen en zelfs uitbannen van gevaarlijke stoffen.

Laat de overheid het initiatief nemen om dergelijke prijsvragen uit te schrijven en een leuke beloning in het vooruitzicht te stellen? Of  miljardairs die hun geld goed willen besteden aan een of meerdere goede doelen? Het bedrijfsleven kan ook faciliteiten beschikbaar stellen en hogescholen en universiteiten leveren aanvullende deskundigheid.

Let’s Go !              


                                             

dinsdag 22 oktober 2024

Hoogvliet haalt ISO 50001 dankzij TB-student.






 

Een Fontys derde jaarsstudent Technische Bedrijfskunde  heeft in de periode februari tot en met begin juli 2016 een probleemoplossende  stage uitgevoerd bij Hoogvliet Distributiecentrum in Alphen aan den Rijn.



Hoogvliet is net als Albert Heijn, Jumbo, C1000 en de Lidl een levensmiddelen-bedrijf. Hoogvliet is in het zuiden van Nederland minder bekend omdat het zijn winkelvestigingen alleen in het westen van het land heeft.

Het bedrijf Hoogvliet is zeer vernieuwend & innovatief en probeert ook op het gebied van energiemanagement de lat hoog te leggen. De afgelopen twee jaar heeft men steeds meer dan 3% energiebesparing weten te realiseren, eerst in de winkels en later ook in het distributiecentrum.

 

Aangezien er nu een nieuw ISO keurmerk is ontwikkeld op het gebied van energiemanagement heeft men een bedrijfskunde student gevraagd hiervoor onderzoek te verrichten en stappen te zetten voor certificering.

Het ISO kwaliteitssysteem biedt een goede structuur om het energiegebruik te managen en ook om verbruik te reduceren voor alle vormen van energie.

De norm is gebaseerd op de bekende kwaliteitscyclus van Plan, Do, Check en Act (PDCA) en sluit daarmee naadloos aan bij de al meer bekende ISO 9001, 14001 en OHSAS 18001 keurmerken  

 



De bedrijfskundige heeft op basis van deels beschikbare informatie alle verbruikscijfers per vestiging verzameld en geanalyseerd. Daarnaast heeft hij ook gekeken welke energiebesparende maatregelen daarbij al zijn genomen zoals dubbele of driedubbele beglazing, ledverlichting of zuinige alternatieven, afgeschermde koelvitrines, gesloten vriesvakken, zonnepanelen, isolatie van vloer & muren, warmte-koudeopslag etc.

Daarna is ook gekeken welke verdere besparingsmaatregelen eventueel bedrijfseconomisch verantwoord zijn. Hoe hoog is de eventuele terugverdientijd?  Hoe ziet het kosten/baten plaatje eruit ?  Is er investeringsruimte?  Zo zijn er nieuwe prioriteiten gesteld.

 

Een mooie bekroning op het werk van Werner was dan ook het officieel behalen van het ISO 50001 keurmerk voor duurzaam energiebeheer, dat uitgegeven is door de certificerende instantie Kiwa Nederland. Dat gebeurde ook nog tegen het einde van zijn stage.

Hoogvliet is daarmee de eerste supermarktorganisatie die dit certificaat heeft behaald in Nederland. Dit is een mooie prestatie voor de duurzaamheidsagenda van Hoogvliet, zo beweert ook algemeen directeur Siep de Haan.

 

vrijdag 4 oktober 2024

Coöperatief bankieren vanuit vernieuwende inspiratie.

Het jaar 2012 is door de VN uitgeroepen tot het Jaar van de Coöperatie.
Cijfers laten zien dat er wereldwijd meer mensen voor coöperaties werkzaam zijn dan voor multinationals.

De Rabobank heeft een ruime honderdjarige traditie als Coöperatie en draagt dit op allerlei manieren naast het feit van een solide financiële instelling. Zoals Louise Fresco het prima heeft verwoord is de Coöperatie ooit ontstaan uit een concrete sociale problematiek. Die problematiek bestaat nog steeds maar in een andere hoedanigheid. Ook nu hebben MKB bedrijven moeite om een goede financiering te vinden en hebben startende bedrijven het moeilijk om aan startkapitaal te komen. Daarnaast is het de laatste jaren in steeds meer opzichten duidelijk geworden dat de enige gezonde economie een duurzame economie is, die respectvol met mens, natuur en milieu omgaat en ook denkt aan toekomstige generaties. 

 

 

Cradle to Cradle en Eco-Efficiency zijn daarvoor een inspirerende visie. De Rabobank heeft haar wortels vooral in de food en agri-business en ook hier ligt een grote uitdaging om ontwikkelingen richting een duurzame landbouw en veeteelt te stimuleren en te ondersteunen. Een circulaire economie is daarvoor essentieel. Het Louis Bolk instituut verricht daarvoor belangrijk onderzoek.

 

 

 

 

 

De coöperatievorm was en is bijzonder omdat het de klant en ook de leden centraal stelt en hun veel medezeggenschap verleent. Het is echter ook een andere eigendomsvorm waardoor niet alleen de kapitaalverschaffers het voor het zeggen hebben, maar vooral de stakeholders. Bij een coöperatie is eigenlijk de gemeenschap eigenaar en niet de managers of ondernemers. Een mooi voorbeeld daarvoor zijn ook Stichting Sleipnir en Coöperatie Odin/Estafette.

Een coöperatie laat zien dat samenwerking kan en vaak veel effectiever is dan louter concurrentie of zoals mevr. Fresco het formuleert: “uit onderzoek blijkt dat samenwerking meer dan competitie de sleutel is tot waardecreatie en succes”. Zie http://rabobankstatement.com/redevoeringen?id=220 

 

 

 Denk ook aan de in Wales geboren pleitbezorger voor de Coöperatie Robert Owen en zijn Lamark experiment met betere arbeidsomstandigheden voor arbeiders en kinderen in de wol en katoenindustrie:

  https://www.google.com/search?kgmid=/m/01vv91&hl=nl-NL&q=Robert+Owen&shndl=17&source=sh/x/kp/osrp/m5/4&kgs=c8b894881fb6a3b2#cobssid=s


Tweede Lustrum blog Bedrijfskunde

 


In 2012 ben ik begonnen met het schrijven van artikelen op dit weblog om lesstof toegankelijker te maken voor studenten en ook ervaringen van studenten tijdens stage, afstuderen of opdrachten HRM en MVO vast te leggen en zo te kunnen doorgeven. 

Na tien jaar is het indrukwekkend hoe groot de bezoekersaantallen zijn op afzonderlijke artikelen . Meer dan 1000 mensen is niet ongebruikelijk. Ik ben heel blij dat ik op deze manier mijn kennis kan doorgeven en ook mijn enthousiasme kan delen.

De top vier van deze blog bestaande uit 77 artikelen, na tien jaar zijn:

 

I. Organisatiecultuur nader bekeken, met 1897  viewers

https://fontysduurzaam.blogspot.com/2013/11/organisatiecultuur-nader-bekeken.html


II . HRM: een goed aannamebeleid  is cruciaal , met 1785 viewers.

https://fontysduurzaam.blogspot.com/2013/12/2-hrm-een-goed-aannamebeleid-is-cruciaal.html


III. Organisatiecultuur objectief onderzocht , met 1352 viewers

https://fontysduurzaam.blogspot.com/2013/11/organisatiecultuur-nader-bekeken.html


IV. MVO: the natural step met 1238 viewers

https://fontysduurzaam.blogspot.com/2014/01/5-mvo-natural-step.html