donderdag 13 december 2012

Maatschappelijk betrokken studenten

Students in Free Enterprise (SIFE) is wereldwijd actief!



SIFE Fontys Eindhoven bestaat sinds september 2011. Het geeft studenten de kans om actief te zijn naast hun studie. Door de combinatie van sociaal ondernemerschap en persoonlijke ambities wil deze wereldwijde organisatie projecten tot stand brengen die een verschil maken in het leven van mensen die hulp kunnen gebruiken. Het is een beetje vergelijkbaar met de vroegere aan universiteiten gekoppelde wetenschapswinkels. Het geeft studenten de kans om anderen te helpen en tegelijkertijd zichzelf te ontwikkelen via vrijwilligerswerk.
Door middel van projecten en teamwork ontwikkel je ook leiderschapsvaardigheden. SIFE stimuleert ook ondernemersvaardigheden en een proactieve houding. Succesvolle projecten weten in te springen op noden en behoeften uit de samenleving . De bedoeling is om met de verzamelde kennis en vaardigheden van studenten zoveel mogelijk mensen in en om Eindhoven te helpen. Dit kan door het ontwikkelen en opstarten van sociale projecten die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van leven van de betrokkenen.

Netwerk
Door het jaar heen organiseert de landelijke organisatie SIFE The Netherlands trainingsdagen, leiderschapsevenementen en ontmoetingen met partners. Deze evenementen dragen bij aan het opbouwen en uitbreiden van een netwerk.
SIFE geeft studenten de kans om hun steentje bij te dragen aan de maatschappij terwijl ze tegelijkertijd ervaring opdoen in de samenleving . Zoals het voor bedrijven bijna vanzelfsprekend is om Maatschappelijk Verantwoord te Ondernemen (MVO) zo kun je ook via SIFE als toekomstig beroepsbeoefenaar je sociale en maatschappelijke competenties ontwikkelen.

Mode met een Missie
Dit project van SIFE biedt vrouwen met een kwetsbare achtergrond een zinvolle dagbesteding, opleiding en opstap naar werk. Zij werken in speciaal opgezette mode-ateliers. Hierbij leren ze arbeidsvaardigheden en worden ze voorbereid op toekomstig betaald werk in diverse sectoren. Mode met een Missie is een stichting met verschillende ateliers in Nederland, waaronder Arnhem, Rotterdam en Eindhoven. Door bezuinigingen is het atelier in Eindhoven niet meer in staat om de werkzaamheden zelfstandig voort te zetten. De studenten van SIFE Fontys Eindhoven gaan hun bedrijfskundige- en economische kennis en ervaring inzetten om het atelier een nieuwe impuls te geven, waardoor het project zelfstandig kan blijven opereren en derhalve niet langer afhankelijk is van subsidies of sponsors.

Inspired to get hired! Een ander recent SIFE-project is “Solliciteren kun je leren”! Met behulp van workshops worden vroege schoolverlaters meegenomen in de wereld van het solliciteren. Hierbij leren ze hoe ze zich beter kunnen presenteren en ook hun gespreksvaardigheden kunnen ontwikkelen. De workshop bestaat uit een korte uitleg over hoe te solliciteren, gevolgd door rollenspellen. Via dit project geven wij deze jongeren wat meer zelfvertrouwen, waardoor hun kansen op een baan worden vergroot.

Dus als je je studie nog interessanter en betekenisvoller wilt maken en tegelijkertijd je netwerk en je ervaring wilt vergroten bezoek dan een introductiebijeenkomst.
Na 2012 heeft de organisatie ook een andere naam gekregen Enactushttp://www.enactus.nl/ 
Daarnaast zijn er nog SIFE- afdelingen overgebleven, zoals in Amsterdam. http://www.efficientis.nl/sife/sife
 

maandag 10 december 2012

Energiecoöperatie Waalre van start








Eind november is de eerste informatiebijeenkomst van Waalre Energie Lokaal (WEL) gehouden in cultureel /sportcentrum ’t Hazzo. De belangstellig was meteen groot met een opkomst van zo’n 175 mensen. Een tweede informatiebijeenkomst zal gehouden worden in ’t Klooster voor de dorpskernbewoners aldaar op 9 januari as.

Tijdens de avond werd voorlichting gegeven over het ontstaan en de plannen van deze energiecoöperatie. Zij willen beginnen (bij voldoende leden) met het collectief inkopen van duurzame energie en op wat langere termijn met het organiseren van eigen energieopwekking via zonnepanelen en mogelijk een windturbine in Waalre.

Het initiatief wordt gesteund door een financiële bijdrage vanuit het Rabo Coöperatieffonds en mag rekenen op steun van de Waalrese wethouder Piet dan Dalen, die ook mede-initiatiefnemer is.













Daarnaast zijn er ook nauwe contacten met Kabeltelevisie Waalre, omdat het nu aangelegde glasvezelnetwerk mogelijkheden biedt in de toekomst voor een slimme verbinding (smart grid) van de opgewekte energie.

De prijs van energie zal de komende jaren waarschijnlijk steeds meer gaan stijgen en dus is eigen opwekking tegen vaste prijzen gedurende langere termijn extra voordelig. Het verkleint tegelijkertijd de macht van de huidige grote energieleveranciers.

“Verbeter de wereld en begin bij jezelf” wordt opeens heel concreet dankzij dit groene burgerinitiatief. Vanaf 2013 wil WEL al 100% groene energie leveren aan de leden en tegen gunstige voorwaarden. Door te kiezen voor een ledencoöperatie kunnen leden samen mee beslissen over de ontwikkeling van het collectief .

In Nederland zijn een aantal regionale en landelijke energiecoöperaties actief. De hoeveelheid deelnemers kan variëren van enkele tientallen tot duizenden. Waarschijnlijk is Noordenwind, een vereniging voor collectief bezit van windmolens in Noord-Nederland, de oudste. Deze vereniging bestaat sinds 1986, heeft 500 leden en beheert inmiddels op verschillende plaatsen in Friesland en Groningen windturbines. Inmiddels is het werkterrrein ook verbreed naar zonne-energie.
De grootste overkoepelende organisatie voor duurzame energie is sinds 1979 de Organisatie Duurzame Energie(ODE) met verschillende afdelingen voor onder andere zonne- en wind- energie. In 2012 zijn verschillende initiatieven genomen om het werk van energiecoöperaties en vergelijkbare lokale initiatieven te bundelen of te ondersteunen. Zo zijn er de Verenigde Energie Coöperaties (V.E.C.)en de Vereniging Federatie Decentrale Duurzame Energie Nederland E-decentraal.


Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden als lid of als aspirant-lid. Aspirant-leden blijven zo op de hoogte van het initiatief en kunnen in een later stadium altijd nog definitief kiezen voor een volledig lidmaatschap.
Voor meer informatie zie ook www.waalreenergiellokaal.nl

donderdag 29 november 2012

Symposium Duurzaamheid

Milieugoeroe’s Wouter van Dieren en Lucas Reijnders in Eindhoven.


Deze week maakten beide eminence grises van de Nederlandse milieubeweging hun opwachting bij de TU/e tijdens een symposium over Duurzaamheid, georganiseerd door het vredescentrum in Eindhoven. De opkomst was niet erg groot met zo’n 25 personen maar de gemiddelde leeftijd was dat wel. Het is kennelijk geen thema voor de jonge generatie. Zij maken zich momenteel minder druk over het opraken van grondstoffen of de aantasting van onze planeet. Toevallig was ook Bernard Gerard (SP ondersteuner 2e Kamerlid Paulus Jansen, portefeuille milieu en wonen) aanwezig, maar hij bleek lid te zijn van het vredescentrum en is ook zeer geïnteresseerd is in dit thema.

Beide sprekers hebben al een lange staat van dienst op dit gebied en bijzonder is dat Wouter van Dieren zelf afkomstig is uit Eindhoven. Zijn vader was een ingenieur die werkte voor het Philips Natlab. Hij herinnerde zich ook nog de bijzondere bezoekjes aan de Philips bibliotheek, een van de vele maatschappelijke activiteiten die Philips, ooit dé sociale onderneming van Eindhoven, verzorgde naast de subsidiering van sportclubs, het verschaffen van goedkope huurwoningen via de eigen woningbouwvereniging en het verlenen van studieleningen voor kinderen van Philipsmedewerkers. Helaas herkennen we daar weinig meer van bij het huidige Philips concern dat de laatste jaren alleen maar krimpt in personeelsomvang.


Lucas Reijnders, de eerste spreker en inleider op het thema duurzaamheid is emeritus hoogleraar Milieukunde aan de universiteit van Amsterdam. Hij gaf een meer historisch overzicht van het duurzaamheidsdenken, beginnend bij John Stuart Mill, die al in 1842 pleitte voor een stationaire economie. Veel later komt de steady state economy van H.Daly uit 1973. Dit zouden we tegenwoordig een circulaire economie noemen. Het gaat dan om gesloten kringlopen waarbij geen eindige energie verbruikt wordt en grondstoffen volledig hergebruikt worden zonder verlies van kwaliteit. Dit uitgangspunt vinden we ook terug bij het Cradle tot Cradle principe van Baumgarten en McDonough. Reijnders liet meerdere overzichten zien waarop het piekmoment al gepasseerd is of aanstaande is. Het hoogste punt waarbij er meer verbruikt wordt dan er nog aan voorraden grondstoffen aanwezig zijn. Zo kennen we het begrip Peakoil waarbij het gekoppeld is aan aardolie. Voor andere kostbare metalen geldt het echter ook.
Reijnders liet ons ook zien hoe efficiënt de huidige economie is voor een aantal grondstoffen. Bij papier en glas hebben we in Nederland een redelijk hoog recycle percentage bereikt. Helaas geldt dat vreemd genoeg echter niet voor goud, zilver, koper en lithium.

Indrukwekkend was ook het overzicht met de geschatte totale hoeveelheid energie van duurzame hernieuwbare energiebronnen. Dan blijken zonne- en windenergie veelbelovender te zijn dan getijde-energie, thermische energie of biobrandstoffen.

De tweede spreker was Wouter van Dieren die al sinds 1970 aangesloten is bij de Club van Rome. Deze onderzoeksclub heeft in 1972 een rapport gepresenteerd getiteld “Limits to Growth”. Dat rapport is inmiddels in een oplage van 13 miljoen stuks verspreid in 50 talen en de boodschap is nog steeds even relevant. Wij kunnen zo met onze economische en mondiale ontwikkeling niet door blijven gaan. De te grote wereldbevolking en de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen en voedingsstoffen zullen gaan botsen en voor problemen gaan zorgen. Deze groep van wetenschappers onder leiding van het echtpaar Meadows hebben een zeer omvangrijk milieusysteemmodel ontwikkeld en gevuld met alle beschikbare data en vervolgens doorgerekend en geëxtrapoleerd naar de toekomst. Dat levert uiteindelijk vrij eenvoudige plaatjes op die laten zien dat beschikbaarheid voedsel en grondstoffen gaat conflicteren met benodigde bevolkingsgroei en economische groei. Het zal dus echt anders moeten.
Inmiddels heeft de Noorse onderzoeker Jorgen Randers van de club van Rome een geactualiseerde versie van het rapport geschreven met de nieuwste data die toch hetzelfde beeld opleveren. De titel van het rapport luidt: “2052, a global forecast for the next forty years”.


De huidige internationale wereldwijde milieuafspraken proberen landen te dwingen hun CO2 uitstoot te beperken zodat de gemiddelde temperatuur op aarde niet verder stijgt dan met 2 graden Celsius.
Het is echter volgens nieuwe berekeningen veel realistischer om uit te gaan van een te verwachten stijging met 6 graden Celsius en dat zal desastreus zijn en misschien zelfs woestijnvorming in Frankrijk en andere Mediterrane landen opleveren.
Een tweede belangrijk onderwerp dat van Dieren aansneed was de gigantische berg of beter kluwen van plastic, die in de wereldoceanen ronddrijft. Deze plastic soep vernietigt de ecostructuur en treft met name het lantaarnvisje dat net als plankton aan het begin van de voedselcyclus staat en op grote schaal nu uitsterft door deze plastic rommel. Juist de visstand levert zo’n 30% van de dierlijke en benodigde eiwitten en dat gaat dus op termijn grotendeels verloren. Verschillende onderzoeken hebben echter tot nu toe alleen als resultaat opgeleverd dat deze plastic deeltjes niet meer uit het milieu zijn te verwijderen. Het is zelfs zo dat minuscule deeltjes in alle zeeën en op alle stranden zijn te vinden. Deze plastic soep (plastic marine litter) is ook een project van bureau IMSA dat plannen ontwikkelt voor een plasticvrije Noordzee.


Het zal dan ook niemand verbazen dat van Dieren pleit voor een drastische wijziging van onze economie die duurzaam (sustainable) moet worden met gesloten, circulaire stromen van grondstoffen en hernieuwbare energie. Hij sprak van Social Corporate Responsibility 2.0 (de Engelse benaming van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen):
“De onderneming is de samenleving dus wees in al je activiteiten een weldoener voor de samenleving". Van Dieren bestrijdt dan ook het huidige neoliberalisme en de bedrijven die streven naar het privatiseren van de winsten en socialiseren van de (maatschappelijke) kosten. Het afschuiven of niet meer meetellen van milieukosten door bedrijven kan echt niet meer.

Van Dieren is al meer dan 25 jaar directeur van onderzoek-,adviesbureau en denktank IMSA te Amsterdam. Daar werken inmiddels 17 professionals, merendeels vrouwen onderverdeeld in onderzoekers en adviseurs. In de woorden van van Dieren zijn het eerder resultants dan consultants.In alle projecten die ze uitvoeren streven ze naar tastbare resultaten en niet alleen mooie rapporten. Door de jaren heen heeft Wouter van Dieren vele nauwe contacten opgebouwd met ondernemers en politici. Daarvan getuigt ook het jaarlijkse Springtij festival dat eind september op Terschelling gehouden wordt en georganiseerd wordt door Wouter van Dieren. Zelfs de minister van Milieu van China was er te gast. Ruud Lubbers, Jan Marijnissen en Peter Bakker( ex-TNT ceo) hebben ook op dit festival een “Duinrede” gehouden.
IMSA is ooit opgericht in 1985 met geld van Philips en Unilever en zoekt wegen naar duurzame ontwikkeling, daarbij gebruik makend van de systeemmodellen en –analyses die ook bij de Club van Rome gebruikt werden. Hij heeft inmiddels ook twaalf boeken op zijn naam staan waarvan een belangrijke is “De natuur telt ook mee”(1995).
Het was een bijzondere, inspirerende middag vooral ook omdat ik na 30 jaar weer terugkeerde naar het gebouw (Auditorium ) op de TU-e waar ik zelf tijdens mijn studie Technische Bedrijfskunde vaak geweest was tijdens Studium Generale activiteiten.


dinsdag 27 november 2012

Hoe realiseer je een bezielde organisatie ?

Een inspirerende Toplezing van Giel Pastoor.


Afgelopen maandag slaagde de huidige directeur (en beweegstrateeg)van het Parktheater Giel Pastoor erin om voor een volle zaal van studenten en docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek ruim 90 sheets te bespreken in een overdonderend tempo. Daarbij vertelde hij hoe hij een organisatie met ruim 100 medewerkers in drie jaar tijd op zijn kop heeft gezet en een verliesgevende club omgevormd heeft tot een inspirerende, succesvolle en gezonde organisatie. Een knappe prestatie die inmiddels ook op verschillende manieren beloond is geworden met o.a. “de Gouden Struif” (een marketingprijs speciaal voor podiumkunsten), “de Beste Werkgever van Brabant van 2011 ” in de categorie non-profit en "Het Slimste bedrijf van Nederland" in 2012 (samen met zo'n tien andere bedruijven).

Pastoor is erin geslaagd om veel bestaande heilige huisjes omver te gooien en het personeel weer uit te dagen en te bezielen. De meest opvallende daarbij is bijvoorbeeld de omvorming van een hiërarchische organisatiestructuur naar een platte bloembladen structuur. Verder heeft hij het managementteam simpelweg afgeschaft omdat het vernieuwing en inspiratie eerder tegenhield dan bevorderde. De meeste vergaderingen zijn ook afgeschaft en door Pastoor beschouwt als verspilling van tijd. In de huidige kantoortuin is ruimte volop om elkaar te ontmoeten en te spreken dat hoeft dan dus niet meer op vooraf afgesproken tijden.
Eind 2007 is Pastoor begonnen bij het Parktheater dat toen net geheel was verbouwd en uitgebreid maar ook kampte met een financieel tekort van ruim € 7 ton. Om een winstgevende exploitatie te realiseren is er flink gesneden in onrendabele programmering. Zo waren de 20 opera’s op jaarbasis onacceptabel, omdat er maar een klein publiek van liefhebbers voor bestaat.

De bevlogen beweegstrateeg, zoals hij zichzelf graag ziet, heeft als logo een getekend hart gekozen met als onderschrift “Raak Elkaar”. Dat is ook letterlijk de intentie van Kunst, dat een publiek wil ontroeren en raken maar ook als boodschap voor het personeel dat ook de gasten en het publiek moet durven aanspreken, ontmoeten en inspireren.
Pastoor is begonnen met speciale bijeenkomsten Meet & Greet voor het personeel met het publiek en daarnaast een Parktheater Academy waar artiesten uit de diverse culturele gebieden het personeel komen vertellen waar het om draait zodat het gehele personeel ook zelf meer bekend is met Kunst en de diverse uitingen en daarover kunnen vertellen aan gasten. Zo heeft Claudia de Breij dat gedaan en vertelt hoe zij als artiest de ontvangst rondom een optreden ervaart . Dat leverde veel bruikbare tips op voor verbetering.

Leuk was het om te horen dat iedere medewerker wanneer hij/zij inlogt op de website eerst een aantal Quizvragen voorgeschoteld krijgt die beantwoordt moeten worden alvorens aan het werk te kunnen gaan. Het zijn allerlei soorten vragen over voorstellingen of wetenswaardigheden over de organisatie en het personeel. Dat levert regelmatig stof voor gesprek op en is ook een leuke manier om allerlei informatie te delen. Dat scheelt nieuwsbulletins en notulen van vergaderingen.
Het personeel wordt ook geprikkeld om elkaar te informeren door een inleiding te verzorgen over wat hem of haar bezielt en dat hoeft niet perse over het werk te gaan. Het mag ook over een hobby of nevenactiviteit gaan. Zo leren medewerkers elkaar veel beter kennen maar ook waarderen. Medewerkers mochten ook voor zichzelf geuzennamen bedenken die een meer persoonlijke boodschap uitdraagt dan een saaie algemene functieomschrijving. Zo staan er op visitekaartjes van medewerkers termen als cijferkraker, duivelstoejager, blijheidsgoeroe en klantknuffelaar.
Verder is er ook een Pa-Troonrede in het leven geroepen waar een prominent persoon zijn visie mag uitspreken voor het voltallige personeel van het Parkttheater. De laatste keer is dat gedaan door Jacco Verhaeren, de zeer succesvolle zwemcoach met olympische winnaars uit Eindhoven.

Zeer indrukwekkend zijn ook de pogingen om als plaatselijke schouwburg en theater in contact te komen met maatschappelijke organisaties. Zo heeft het Parktheater voorstellingen verzorgd mét en vóór ouderen die woonachtig zijn in verpleegtehuizen van Vitalis . Er zijn ook activiteiten in samenspraak met Neos, de organisatie voor opvang daklozen. Zo heeft Theo Maassen zich voorgedaan als zwerver en ging op straat bedelen maar werd niet eens herkend door het winkelend publiek. Sommige muziekvoorstellingen worden nu ook integraal uitgezonden in Ziekenhuizen (via de radio). Het Parktheater maakt echt werk van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het project Raak dat is opgezet speciaal voor kinderen in de leeftijd van 8 tot 14 jaar die podiumervaring willen opdoen.

Het Parktheater is een NV met als enige aandeelhouder de gemeente Eindhoven. Toen er weer winst werd gemaakt heeft het Parkttheater een deel van het netto resultaat (zo’n € 7 ton ) teruggeschonken aan de Gemeente. Dat was zeer onverwachts en vergde de nodige onderhandelingen. De rest is gestort in een innovatiefonds TinX om vooral jongeren op te leiden en te interesseren voor een loopbaan in de culturele sector.
In januari 2015 is het Parktheater uitgeroepen tot "Theater van het Jaar". Deze uitverkiezing gebeurt door leden van de Vereniging van Vrije Theater Producenten (VVTP). De nominaties konden door alle werknemers van VVTP worden gedaan. Er kon gescoord worden op verschillende criteria zoals uitstraling, communicatie, ondernemerschap en gastvrijheid. Vooral dat laatste werd geroemd in het juryrapport.

De vele voorbeelden die Pastoor heeft beschreven maken overduidelijk dat het mogelijk is om een organisatie springlevend te maken. De strategie, structuur en vooral ook de cultuur van een organisatie zijn maakbaar en beïnvloedbaar. Dat is zeer goed nieuws voor alle Bedrijfskundigen.

donderdag 22 november 2012

Ekoplaza , het meest duurzame merk van 2012.

De uitverkiezing van EkoPlaza vond plaats tijdens het Nationale Sustainability Congres op 21 november. Behalve EkoPlaza waren genomineerd Dr. Hauschka (cosmetica) en KRNWTR (nieuwe organisatie voor promotie van kraanwater).

EkoPlaza is een keten van ruim 50 winkels, verdeeld over Nederland en gespecialiseerd in biologische voeding. Het bedrijf begon ooit in 1980, opgericht door Gerard Does als biologische buurtwinkel in Amsterdam maar is inmiddels in Veghel (N-Br) gevestigd. Vorig jaar en het jaar daarvoor mocht Weleda(cosmetica) zich een jaar lang meest duurzame merk van Nederland noemen. Het was dan ook Weleda-directeur Hans Nijnens die de prijs (een beeld van Daan de Leeuw) mocht uitreiken. Dhr. Nijnens kon uit ervaring spreken door te vermelden dat deze publieksprijs van meest duurzame merk vooral een bevestiging is dat je op de goede weg bent. Als het om duurzaamheid gaat kun je je altijd verder ontwikkelen, het is geen eindstreep.
Toevallig ken ik Hans Nijnens nog van de tijd dat hij muziekleraar was op de Vrije School Brabant in Eindhoven en mooie muziek- en toneelvoorstellingen ten gehore bracht met het bovenbouwkoor en schoolorkest.Voordat hij de overstap maakte naar Weleda was hij ook een paar jaar voorzitter van de beleidsvergadering en daarmee informeel tijdelijk directeur van deze middelbare school.


De organisatie hanteert ook als merk “het dichtst bij de natuur” en voert in haar assortiment een groot aantal Demeter producten (keurmerk van biologisch-dynamische producten). De bio-dynamische landbouw heeft juist deze maand haar 75 jarig jubileum gevierd in de Rode Hoed te Amsterdam. Dr.ir.E.Goewie, emiritus hoogleraar Ecologische Landbouw aan de Wageningen Universiteit hield een lezing om duidelijk te maken dat deze Bio-dynamische benadering wel degelijk wetenschappelijk is onderbouwd.
Juist deze week is ook het appelras Dalinco als beste appel van Nederland uitgeroepen door de smaakjury van Nieuwvers.nu. Deze appelsoort wordt geteeld door de biologisch-dynamische fruitteler Harrie van den Elzen uit het Brabantse dorp Zeeland.
De biologisch-dynamisch landbouw is ontwikkeld op aanwijzigingen van Rudolf Steiner die in 1924 een landbouwcursus gaf. De belangrijkste uitgangspunten daarbij waren dat hij pleitte voor gemengde bedrijven(akkerbouw én veeteelt) en gesloten (stof-)kringlopen. Wat nu heel modern is en bepleit wordt door de Cradle to Cradle visie van Braungart en McDonough was dus al bijna een eeuw geleden voor het eerst bedacht.
Kosmische invloeden spelen ook een rol bij bedrijven van landbouw zoals bijvoorbeeld de maanstand op zaaien en oogsten. Verder staat de bio-dynamische landbouwmethode geen kunstmest en chemische onkruidverdelgers toe. Er mag alleen natuurlijke,dierlijke mest aangevuld met preparaten gebruikt worden.

De doelstelling van EkoPlaza is om ervoor te zorgen dat biologisch eten betaalbaar en voor iedereen bereikbaar is. EkoPlaza is de grootste biologische supermarkt van de Benelux. EkoPlaza is de winkelformule waar ook franchisenemers deel van uitmaken en georganiseerd zijn onder de naam Biosfeer bv (vanaf 1999 ). Samen met Udea bv (groothandel, ontstaan in 1999 en volledig eigenaar van EkoPlaza) , Organic retail partners bv en New Organic World bv vallen deze bedrijven onder de holding en familiebedrijf DoBriDo en zijn er circa 600 mensen werkzaam.

Aan de leiding staan de ondernemers Erik Does (zoon van Gerard en nu algemeen directeur) en Eric-Jan van den Brink (commercieel directeur) en zij namen de prijs dan ook persoonlijk in ontvangst.

EkoPlaza heeft inmiddels ook een sponsorcontract afgesloten voor twee jaar met Olympisch kampioene Snowboarden Nicolien Sauerbrei die zelf ook al jaren biologisch eet.

Deze prijs is een belangrijke erkenning dat biologische voeding (met merken als Eko en Demeter) daadwerkelijk bijdraagt aan een duurzame toekomst. Het is wel jammer dat door de rechtsvorm (een combinatie van besloten vennootschappen) echte transparantie ontbreekt en het onduidelijk is hoe toekomstbestendig het bedrijf is.

Update 2018.
In het voorjaar werd bekend dat Groothandel Udea een nieuw modern distributiecentrum gaat bouwen waar de installaties ontworpen en gerealiseerd zullen worden door het nabij gelegen bedrijf VanderLande dat ook in Veghel gevestigd is en bekend is van de pakket- en koffer-transportbandsystemen. In een magazijn zullen producten op drie verschillende temperaturen worden opgeslagen. Zo'n 140 karretjes zullen volautomatisch de orders verzamelen. Een ander unicum is het feit dat ze nu een winkel in Amsterdam zo hebben ingericht dat deze geheel zonder plastic verpakkingen draait. Deze plasticvrije winkel is mede door stimulans van de Engelse organisatie Plastic Free tot stand gekomen. Inmiddels zijn er 75 winkels in Nederland en er werken zo'n duizend mensen in totaal.

donderdag 15 november 2012

Innovatie op gebied van Windenergie

Eindhovens bedrijf Ibis Power wint Rabobank Innovatieprijs.


IRWES van Ibis Power, winnaar van de Herman Wijffels Innovatieprijs 2012, is een origineel ontwerp van een geïntegreerd windenergiesysteem voor daken van gebouwen in de bebouwde kom.
De ingenieurs Alexander Suma en Rossella Ferraro, werkzaam voor de Technische Universiteit Eindhoven(TU/e) winnen € 50.000 om hun innovatie verder te ontwikkelen.

IRWES is een systeem waarmee windenergie opgewekt wordt op daken van gebouwen, in harmonie met de architectuur, efficiënt en met een korte terugverdientijd. De windturbine bevindt zich aan de binnenkant en uiterlijk zijn er geen opvallende beweegbare delen.

Model van windstromen op een gebouw.


Irwes staat voor Integrated Roof Wind Energy System en kan modulair worden opgebouwd en toegepast op allerlei soorten daken van hoge gebouwen en is tegelijkertijd onopvallend. Volgens de jury zou IRWES wel eens voor de doorbraak van windenergie in de bebouwde kom kunnen gaan zorgen.

Een klein prototype van 4 bij 4 en 6 meter hoog is gebouwd nabij luchthaven Maastricht.


Prototype in Meerssen


Dankzij een prijs gewonnen bij de 55e verjaardag van de Technische Universiteit en uitgereikt door Burgemeester Rob van Gijzel kan er ook een grootschalige pilot gerealiseerd worden op het TU-terrein eind 2012. Dan wordt een unit bevestigd op het gebouw met de naam Vertigo dat ontworpen is door Eindhovense architect Bert Dirrix. Vanwege de hoogte van 57 meter was dit bouwwerk uitermate geschikt.



dinsdag 30 oktober 2012

Kabinetsplannen duurzaam?


Regeringsakkoord Rutte/Samsom ook duurzaam?

De plannen die deze nieuwe coalitie hebben bedacht zijn erop gericht om Nederland solide en sociaal de crisis uit te helpen. Solide slaat dan vooral op gezonde overheidsfinanciën waarvoor dus zo’n €16 miljard bezuinigd gaat worden. Dat gaat dan wel ten koste van de economie die daardoor juist minder groeit en de werkeloosheid zelfs toeneemt volgens CPB ramingen.
Met Sociaal wordt bedoeld dat de pijn (lastenverzwaring) eerlijk verdeeld wordt. Zo heeft Rutte erkent dat de inkomensverschillen kleiner gaan worden met dit kabinet en dat is niet echt een VVD-principe. Daar staat tegenover dat de belastingen wel worden verlaagd. Het hoogste tarief gaat van 52 naar 49% en derde schijf van 42 naar 38%. Daarmee komt de VVD haar verkiezingsbelofte van “iedere werkende Nederlander verdient belastingverlaging ! ” wel weer na. Deze maatregel alleen vergroot echter de inkomensongelijkheid.
De PvdA heeft het voor elkaar gekregen om de ziektekostenpremie, het eigen risico en de kinderbijslag inkomensafhankelijk te maken. Dat verkleint de inkomensverschillen daadwerkelijk en dat is een goede zaak zoals ook blijkt uit de onderzoeken van Wilkinson & Pickett, weergegeven in het boek “The spirit level”.
Als je kijkt naar de versoepeling in het ontslagrecht met een beperking van de WW-uitkeringstermijn van 38 naar 24 maanden maximaal en een flinke verlaging van de uikering in het 2e jaar naar 70% van het minimumloon, dan is dat niet echt sociaal te noemen. Verder wordt ook de maximale ontslagvergoeding begrensd tot een half maandsalaris per dienstjaar met een maximum van € 75.000. De PvdA heeft dan nog wel weten binnen te halen dat er voor werkelozen van 55 jaar of ouder de Inkomensvoorziening Oudere Werknemers (IOW) geldt zonder partner─ of vermogenstoets, maar wel mét sollicitatieplicht. Deze inkomensvoorziening bestond al maar dan voor werkelozen vanaf 60 jaar.

Nu echter naar het onderwerp duurzaam. Rutte vertelde in zijn toelichting dat een duurzame economie de derde peiler van het akkoord is. Zo staat het ook als apart hoofdstuk in het akkoord in hoofdstuk 3, getiteld: “Duurzaam groeien en vernieuwen”. Al lezende wordt je echter niet veel wijzer. Natuurlijk staan er mooie volzinnen in met wenkende perspectieven, zoals:” De innovatiekracht van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid zal optimaal worden gericht op de transitie naar een duurzame economie en groene groei…” Concrete maatregelen blijven echter grotendeels uit. Het eerder door regering Balkenende ingezette Topsectorenbeleid blijft gehandhaafd en ook de daarvoor bestemde financiële middelen. Dus niets extra´s ! In 2020 moet er een Techniekpact gesloten worden. So what !?

Nederland moet ook werk maken van een snelle ontwikkeling van nieuwe duurzame energiebronnen en heeft daarvoor ook alles in huis. Wat de regering daarvoor wil gaan doen is onduidelijk. Een biobased economy, ja dat klinkt heel erudiet. Het nieuwe kabinet streeft zelfs naar een circulaire economie, dat zijn gesloten kringlopen. Deze toekomstige regering wil in 2050 een volledig duurzame energievoorziening ! Hoe…?
In 2020 zou het aandeel duurzame, hernieuwbare energie 16 procent moeten zijn. Nu is dat nog ongeveer 4% en met het huidige beleid zou het in 2020 hooguit 8% kunnen worden en dat is veel lager dan de huidige Europese doelstelling van 14% in 2020. Hoe dat dus gerealiseerd moet gaan worden blijft onduidelijk, maar nieuw beleid is wel noodzakelijk. Men komt niet verder dan een lagere energiebelasting op zelf opgewekte duurzame energie door particuliere kleinverbruikers en dat is natuurlijk wel hard nodig maar zeker niet genoeg. Verder krijgt energiebesparing prioriteit en wordt de aanpak van Green Deals, dat zijn veelbelovende intentieverklaringen, uitgebreid.

Het is inderdaad zoals veel experts al eerder beweerden. Het bedrijfsleven loopt ten opzichte van de overheid ver voor in het duurzaam maken van de economie. Zij hebben er ook het meeste baat bij omdat fossiele energie steeds schaarser en duurder wordt en grondstoffen ook meestal eindig zijn en dus een gesloten kringloop, zoals Cradle tot Cradle nastreeft, grote voordelen heeft. De overheid ondersteunt of faciliteert hooguit, door het wegnemen van obstakels in wet/ en regelgeving of soms financieel voordeel via fiscus danwel subsidies.

De plannen en voornemens van Rutte en Samsom op dit onderwerp zijn dus zeer teleurstellend. Alleen mooie volzinnen en slogans, maar geen proactieve rol of echte prioriteit. Helaas een gemiste kans !
Het regeerakkoord kreeg de titel "Bruggen Slaan" maar helaas niet naar een duurzame toekomst.

dinsdag 23 oktober 2012

Coöperatief bankieren vanuit vernieuwende inspiratie.

Het jaar 2012 is door de VN uitgeroepen tot het Jaar van de Coöperatie.
Cijfers laten zien dat er wereldwijd meer mensen voor coöperaties werkzaam zijn dan voor multinationals.
De Rabobank heet al een ruime honderdjarige traditie als Coöperatie en draagt dit op allerlei manieren naast het feit van een solide financiële instelling. Zoals Louise Fresco het prima heeft verwoord is de Coöperatie ooit ontstaan uit een concrete sociale problematiek. Die problematiek bestaat nog steeds maar in een andere hoedanigheid. Ook nu hebben MKB bedrijven moeite om een goede financiering te vinden en hebben startende bedrijven het moeilijk om aan startkapitaal te komen. Daarnaast is het de laatste jaren in steeds meer opzichten duidelijk geworden dat de enige gezonde economie een duurzame economie is, die respectvol met mens, natuur en milieu omgaat en ook denkt aan toekomstige generaties. Cradle to Cradle en Eco-Efficiency zijn daarvoor een inspirerende visie. De Rabobank heeft haar wortels vooral in de food en agri-business en ook hier ligt een grote uitdaging om ontwikkelingen richting een duurzame landbouw en veeteelt te stimuleren en te ondersteunen. Een circulaire economie is daarvoor essentieel. Het Louis Bolk instituut verricht daarvoor belangrijk onderzoek.
De coöperatievorm was en is bijzonder omdat het de klant en ook de leden centraal stelt en hun veel medezeggenschap verleent. Het is echter ook een andere eigendomsvorm waardoor niet alleen de kapitaalverschaffers het voor het zeggen hebben, maar vooral de stakeholders. Bij een coöperatie is eigenlijk de gemeenschap eigenaar en niet de managers of ondernemers. Een mooi voorbeeld daarvoor zijn ook Stichting Sleipnir en Coöperatie Odin/Estafette.
Een coöperatie laat zien dat samenwerking kan en vaak veel effectiever is dan louter concurrentie of zoals mevr. Fresco het formuleert: “uit onderzoek blijkt dat samenwerking meer dan competitie de sleutel is tot waardecreatie en succes”. Zie http://rabobankstatement.com/redevoeringen?id=220

dinsdag 9 oktober 2012

Lightronics aan de slag met MVO


In 2011 hebben twee studenten namelijk Saskia van Dal en Chris Boer van de Fontys opleiding Technische Bedrijfskunde een MVO-afstudeeronderzoek uitgevoerd bij het bedrijf Lightronics. Het bedrijf Lightronics is fabrikant en leverancier van verschillende soorten slagvaste lichtarmaturen, vaak Ledverlichtingen, voor de openbare ruimte. Het bedrijf is in 1946 opgericht en bestaat momenteel uit 55 medewerkers. De klanten van Lightronics zijn overheden, installateurs en woningbouwverenigingen. Openbare verlichting is in het belang van de verkeersveiligheid en gezichtsherkenning, waarbij energiezuinigheid ook belangrijk is en zonder al te veel lichtvervuiling.
MVO is belangrijk voor Lightronics om daarmee hun onderscheidend vermogen te vergroten, te besparen op grondstofkosten en het energieverbruik. Saskia en Chris hebben tijdens hun onderzoek de MVO prestatieladder gebruikt en daarbij een nulmeting uitgevoerd. De MVO Prestatieladder is een managementsysteem dat handvatten geeft voor de invulling aan de maatschappelijke betrokkenheid . De norm is bovendien certificeerbaar, bijvoorbeeld bij TÜV-Nederland waarmee u dus meteen een verklaring in handen hebt. Op basis van de verschillende indicatoren kun je uiteindelijk een certificaat op vijf niveaus behalen.
Het systeem is gebaseerd op de ISO 26000, het motto “People, Planet, Profit” en stakeholdermanagement. Vooral dit laatste is van wezenlijk belang, omdat uw invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen met name afhangt van de wensen en eisen van de eigen medewerkers, klanten, opdrachtgevers en toezichthouders. De studenten hebben vervolgens suggesties gedaan om in het bedrijfsgebouw zelf energie te besparen via verlichtingssensoren en led- danwel spaarlampen. Het management heeft aangegeven de voorstellen te gaan implementeren en serieus werk te maken van duurzaamheid in samenwerking met het personeel. Saskia heeft na haar afstuderen nog een tijdlang de functie van MVO-coördinator vervuld.
Foto : Saskia van Dal
Foto: Chris Boer








Inmiddels heeft Lightronics medio juli 2013 niveau 3 behaald en is daarmee gecertificeerd op de MVO-prestatieladder. Dat is een bijzondere prestatie in relatief korte tijd. Dit certificaat is 3 jaar geldig, in tegenstelling tot niveau 1 en 2 die maar 1 jaar geldig blijft en wordt jaarlijks gecontroleerd.
De MVO prestatieladder is gebaseerd op de internationale richtlijnen voor sustainability de ISO 26000 norm en kent 5 niveau's en inmiddels zijn 175 bedrijven gecertificeerd.
De MVO prestatieladder kijkt naar zeven verschillende onderwerpen, de kernthema's. Per kernthema zijn indicatoren vastgesteld waaraan vanuit MVO eisen zijn gesteld. De kosten bedragen zo'n € 6.000/jaar .
In de visie van Lightronics directeur Jos Spapens is MVO niet een eindstation, maar een continu (verbeter-)proces !
Chris Boer(midden) en Saskia van Dal (rechts) tijdens de diplomauitreiking. 

Een concurrent van Lightronics is de oude Philips Led en Lichtdivisie die als zelfstandig concern Signify verder is gegaan .
 Een extra stimulans is de Dow Jones Sustainability Index die voor verschillende sectoren die bedrijven eruit pikt die de beste scores halen. Zo hebben Philips , maar ook DSM en Unilever enige tijd in de top gestaan van hun branche. De laatste drie jaar t/m 2019 heeft Signify de nummer 1 positie behaald in de sector elektronische componenten en apparaten.
Signify heeft echter nog meer ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen. Zij willen met hun wereldwijde activiteiten in 2020 al energieneutraal zijn. Ze maken voor 100% gebruik van hernieuwbare energie. De komende vijf jaar (tot 2025) wil Signify zijn impact op milieu en maatschappij verdubbelen. In goede zin dan en niet door meer vervuilende activiteiten, maar juist door vermindering CO2 uitstoot. In 2021 zou ook alle plastic uuit de verpakkingen voor consumenten zijn verdwenen en vervangen door duurzame alternatieven  zoals gerecycled papier/karton.  De omzet van circulaire producten  zou in 2025 moeten zijn verdubbeld naar 32% van het totaal. Daartoe behoren de met 3D-printers geproduceerde lampen die in hun fabriek in Maarheeze gemaakt worden. In hun straatverlichting moeten meer herbruikbare componenten zitten. Met telt ook innovatieve producten erbij die bijdragen aan een duurzame samenleving, zoals Ledlicht armaturen voor de tomatenteelt met minder water- en pesticidenverbruik.
Een nieuwe ontwikkeling is ook Trulifi, een draadloos netwerksysteem vergelijkbaar met Wifi , maar dan via gebruik van lichtgolven. Dat Trulifi-systeem is nu gerealiseerd in het PSV-stadion in Eindhoven  en zou zeer betrouwbaar en veiliger moeten zijn dan Wifi en een manier om cybercriminaliteit tegen te gaan. 
Op HRM gebied hanteert men ook vernieuwende doelstellingen  zoals aandeel vrouwen in leidinggevende posities moet naar 34% zijn gestegen in 2025 en men heeft ook ingezet op een gewenste diversiteit van de medewerkerspopulatie! Deze duurzaamheidsambities zullen zeker renderen.  

maandag 8 oktober 2012

MVO bij Franke Nederland


Twee studenten van Technische Bedrijfskunde, te weten Mark van den Boomen en Dirk van Bommel hebben in september 2012 hun afstudeeronderzoek afgerond bij Franke Nederland in Helmond. Dit bedrijf is van oorsprong Zwitsers en heeft het hoofdkantoor in Aarburg. Met ruim 10.000 medewerkers in 37 landen realiseert het een omzet van 2 miljard Euro. Dit bedrijf is wereldwijd nummer 1 op het gebied van roestvrijstalen producten voor keukens. De hoofdvestiging is al langer actief op het terrein van duurzaamheid en publiceert jaarlijks een Sustainability-rapport. Franke Nederland wil bij de beste bedrijven van haar branche behoren via een al twee jaar lopend project op het gebied van World Class Manufactoring. Nu wil men ook flinke stappen gaan maken op het gebied van milieu en duurzaamheid. Beide studenten hebben tijdens hun studie Technische Bedrijfskunde al kennisgemaakt met Duurzaam Ondernemen (DO in 2e jaar) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO in 4e jaar). Het boekje van oud- milieuminister Jacqueline Cramer “Duurzaam Ondernemen Uit en Thuis” uit 2005 is daarbij uitgebreid besproken omdat het een “duurzaamheids-inkijkje” in meerdere bedrijven geeft.
De studenten hebben in het bedrijf een quick scan afgenomen overgenomen van Telos, een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Tilburg op het gebied van duurzaamheid. Aan het hoofd van dit instituut staat prof. K.Zoeteman die in 2011 ook een Toplezing heeft verzorgd voor alle medewerkers en studenten van Technische Bedrijfskunde. Telos stelt in opdracht van provincies, steden of branches of bedrijven een duurzaamheidsmonitor samen waar toekomstig beleid en verbeteracties op afgestemd kunnen worden.
Deze PPP-scan kijkt naar 6 tot 7 verschillende aspecten op het gebied van people, planeet en profit (zie www.pppscan.nl ) en levert een totaalscore op per deelgebied. Daarnaast hebben de studenten ook de medewerkers rechtstreeks gevraagd naar het belang van duurzaamheid binnen de organisatie. Die bleek erg hoog te zijn al worden mensen nu nog nauwelijks betrokken bij het realiseren van het MVO-beleid. In de aanbevelingen pleit men dan ook voor het invoeren van de MVO-prestatieladder (zinvol in het kader van ISO 14001 en OHSAS 18001) en het aanstellen van een MVO-coördinator of deze functie onder te brengen bij de huidige QESH-coördinator (Quality, Environment, Safety en Health). De inmiddels afgestuurde jonge bachelors hebben een 12-tal kritische prestatie indicatoren (kpi’s) opgesteld die het bedrijf streng gaat monitoren. Het onderzoek en de resultaten zijn een mooi voorbeeld van een goede samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven om duurzaamheid en MVO te implementeren.