dinsdag 30 oktober 2012

Kabinetsplannen duurzaam?


Regeringsakkoord Rutte/Samsom ook duurzaam?

De plannen die deze nieuwe coalitie hebben bedacht zijn erop gericht om Nederland solide en sociaal de crisis uit te helpen. Solide slaat dan vooral op gezonde overheidsfinanciën waarvoor dus zo’n €16 miljard bezuinigd gaat worden. Dat gaat dan wel ten koste van de economie die daardoor juist minder groeit en de werkeloosheid zelfs toeneemt volgens CPB ramingen.
Met Sociaal wordt bedoeld dat de pijn (lastenverzwaring) eerlijk verdeeld wordt. Zo heeft Rutte erkent dat de inkomensverschillen kleiner gaan worden met dit kabinet en dat is niet echt een VVD-principe. Daar staat tegenover dat de belastingen wel worden verlaagd. Het hoogste tarief gaat van 52 naar 49% en derde schijf van 42 naar 38%. Daarmee komt de VVD haar verkiezingsbelofte van “iedere werkende Nederlander verdient belastingverlaging ! ” wel weer na. Deze maatregel alleen vergroot echter de inkomensongelijkheid.
De PvdA heeft het voor elkaar gekregen om de ziektekostenpremie, het eigen risico en de kinderbijslag inkomensafhankelijk te maken. Dat verkleint de inkomensverschillen daadwerkelijk en dat is een goede zaak zoals ook blijkt uit de onderzoeken van Wilkinson & Pickett, weergegeven in het boek “The spirit level”.
Als je kijkt naar de versoepeling in het ontslagrecht met een beperking van de WW-uitkeringstermijn van 38 naar 24 maanden maximaal en een flinke verlaging van de uikering in het 2e jaar naar 70% van het minimumloon, dan is dat niet echt sociaal te noemen. Verder wordt ook de maximale ontslagvergoeding begrensd tot een half maandsalaris per dienstjaar met een maximum van € 75.000. De PvdA heeft dan nog wel weten binnen te halen dat er voor werkelozen van 55 jaar of ouder de Inkomensvoorziening Oudere Werknemers (IOW) geldt zonder partner─ of vermogenstoets, maar wel mét sollicitatieplicht. Deze inkomensvoorziening bestond al maar dan voor werkelozen vanaf 60 jaar.

Nu echter naar het onderwerp duurzaam. Rutte vertelde in zijn toelichting dat een duurzame economie de derde peiler van het akkoord is. Zo staat het ook als apart hoofdstuk in het akkoord in hoofdstuk 3, getiteld: “Duurzaam groeien en vernieuwen”. Al lezende wordt je echter niet veel wijzer. Natuurlijk staan er mooie volzinnen in met wenkende perspectieven, zoals:” De innovatiekracht van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid zal optimaal worden gericht op de transitie naar een duurzame economie en groene groei…” Concrete maatregelen blijven echter grotendeels uit. Het eerder door regering Balkenende ingezette Topsectorenbeleid blijft gehandhaafd en ook de daarvoor bestemde financiële middelen. Dus niets extra´s ! In 2020 moet er een Techniekpact gesloten worden. So what !?

Nederland moet ook werk maken van een snelle ontwikkeling van nieuwe duurzame energiebronnen en heeft daarvoor ook alles in huis. Wat de regering daarvoor wil gaan doen is onduidelijk. Een biobased economy, ja dat klinkt heel erudiet. Het nieuwe kabinet streeft zelfs naar een circulaire economie, dat zijn gesloten kringlopen. Deze toekomstige regering wil in 2050 een volledig duurzame energievoorziening ! Hoe…?
In 2020 zou het aandeel duurzame, hernieuwbare energie 16 procent moeten zijn. Nu is dat nog ongeveer 4% en met het huidige beleid zou het in 2020 hooguit 8% kunnen worden en dat is veel lager dan de huidige Europese doelstelling van 14% in 2020. Hoe dat dus gerealiseerd moet gaan worden blijft onduidelijk, maar nieuw beleid is wel noodzakelijk. Men komt niet verder dan een lagere energiebelasting op zelf opgewekte duurzame energie door particuliere kleinverbruikers en dat is natuurlijk wel hard nodig maar zeker niet genoeg. Verder krijgt energiebesparing prioriteit en wordt de aanpak van Green Deals, dat zijn veelbelovende intentieverklaringen, uitgebreid.

Het is inderdaad zoals veel experts al eerder beweerden. Het bedrijfsleven loopt ten opzichte van de overheid ver voor in het duurzaam maken van de economie. Zij hebben er ook het meeste baat bij omdat fossiele energie steeds schaarser en duurder wordt en grondstoffen ook meestal eindig zijn en dus een gesloten kringloop, zoals Cradle tot Cradle nastreeft, grote voordelen heeft. De overheid ondersteunt of faciliteert hooguit, door het wegnemen van obstakels in wet/ en regelgeving of soms financieel voordeel via fiscus danwel subsidies.

De plannen en voornemens van Rutte en Samsom op dit onderwerp zijn dus zeer teleurstellend. Alleen mooie volzinnen en slogans, maar geen proactieve rol of echte prioriteit. Helaas een gemiste kans !
Het regeerakkoord kreeg de titel "Bruggen Slaan" maar helaas niet naar een duurzame toekomst.

dinsdag 23 oktober 2012

Coöperatief bankieren vanuit vernieuwende inspiratie.

Het jaar 2012 is door de VN uitgeroepen tot het Jaar van de Coöperatie.
Cijfers laten zien dat er wereldwijd meer mensen voor coöperaties werkzaam zijn dan voor multinationals.
De Rabobank heet al een ruime honderdjarige traditie als Coöperatie en draagt dit op allerlei manieren naast het feit van een solide financiële instelling. Zoals Louise Fresco het prima heeft verwoord is de Coöperatie ooit ontstaan uit een concrete sociale problematiek. Die problematiek bestaat nog steeds maar in een andere hoedanigheid. Ook nu hebben MKB bedrijven moeite om een goede financiering te vinden en hebben startende bedrijven het moeilijk om aan startkapitaal te komen. Daarnaast is het de laatste jaren in steeds meer opzichten duidelijk geworden dat de enige gezonde economie een duurzame economie is, die respectvol met mens, natuur en milieu omgaat en ook denkt aan toekomstige generaties. Cradle to Cradle en Eco-Efficiency zijn daarvoor een inspirerende visie. De Rabobank heeft haar wortels vooral in de food en agri-business en ook hier ligt een grote uitdaging om ontwikkelingen richting een duurzame landbouw en veeteelt te stimuleren en te ondersteunen. Een circulaire economie is daarvoor essentieel. Het Louis Bolk instituut verricht daarvoor belangrijk onderzoek.
De coöperatievorm was en is bijzonder omdat het de klant en ook de leden centraal stelt en hun veel medezeggenschap verleent. Het is echter ook een andere eigendomsvorm waardoor niet alleen de kapitaalverschaffers het voor het zeggen hebben, maar vooral de stakeholders. Bij een coöperatie is eigenlijk de gemeenschap eigenaar en niet de managers of ondernemers. Een mooi voorbeeld daarvoor zijn ook Stichting Sleipnir en Coöperatie Odin/Estafette.
Een coöperatie laat zien dat samenwerking kan en vaak veel effectiever is dan louter concurrentie of zoals mevr. Fresco het formuleert: “uit onderzoek blijkt dat samenwerking meer dan competitie de sleutel is tot waardecreatie en succes”. Zie http://rabobankstatement.com/redevoeringen?id=220

dinsdag 9 oktober 2012

Lightronics aan de slag met MVO


In 2011 hebben twee studenten namelijk Saskia van Dal en Chris Boer van de Fontys opleiding Technische Bedrijfskunde een MVO-afstudeeronderzoek uitgevoerd bij het bedrijf Lightronics. Het bedrijf Lightronics is fabrikant en leverancier van verschillende soorten slagvaste lichtarmaturen, vaak Ledverlichtingen, voor de openbare ruimte. Het bedrijf is in 1946 opgericht en bestaat momenteel uit 55 medewerkers. De klanten van Lightronics zijn overheden, installateurs en woningbouwverenigingen. Openbare verlichting is in het belang van de verkeersveiligheid en gezichtsherkenning, waarbij energiezuinigheid ook belangrijk is en zonder al te veel lichtvervuiling.
MVO is belangrijk voor Lightronics om daarmee hun onderscheidend vermogen te vergroten, te besparen op grondstofkosten en het energieverbruik. Saskia en Chris hebben tijdens hun onderzoek de MVO prestatieladder gebruikt en daarbij een nulmeting uitgevoerd. De MVO Prestatieladder is een managementsysteem dat handvatten geeft voor de invulling aan de maatschappelijke betrokkenheid . De norm is bovendien certificeerbaar, bijvoorbeeld bij TÜV-Nederland waarmee u dus meteen een verklaring in handen hebt. Op basis van de verschillende indicatoren kun je uiteindelijk een certificaat op vijf niveaus behalen.
Het systeem is gebaseerd op de ISO 26000, het motto “People, Planet, Profit” en stakeholdermanagement. Vooral dit laatste is van wezenlijk belang, omdat uw invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen met name afhangt van de wensen en eisen van de eigen medewerkers, klanten, opdrachtgevers en toezichthouders. De studenten hebben vervolgens suggesties gedaan om in het bedrijfsgebouw zelf energie te besparen via verlichtingssensoren en led- danwel spaarlampen. Het management heeft aangegeven de voorstellen te gaan implementeren en serieus werk te maken van duurzaamheid in samenwerking met het personeel. Saskia heeft na haar afstuderen nog een tijdlang de functie van MVO-coördinator vervuld.
Foto : Saskia van Dal
Foto: Chris Boer








Inmiddels heeft Lightronics medio juli 2013 niveau 3 behaald en is daarmee gecertificeerd op de MVO-prestatieladder. Dat is een bijzondere prestatie in relatief korte tijd. Dit certificaat is 3 jaar geldig, in tegenstelling tot niveau 1 en 2 die maar 1 jaar geldig blijft en wordt jaarlijks gecontroleerd.
De MVO prestatieladder is gebaseerd op de internationale richtlijnen voor sustainability de ISO 26000 norm en kent 5 niveau's en inmiddels zijn 175 bedrijven gecertificeerd.
De MVO prestatieladder kijkt naar zeven verschillende onderwerpen, de kernthema's. Per kernthema zijn indicatoren vastgesteld waaraan vanuit MVO eisen zijn gesteld. De kosten bedragen zo'n € 6.000/jaar .
In de visie van Lightronics directeur Jos Spapens is MVO niet een eindstation, maar een continu (verbeter-)proces !
Chris Boer(midden) en Saskia van Dal (rechts) tijdens de diplomauitreiking. 

Een concurrent van Lightronics is de oude Philips Led en Lichtdivisie die als zelfstandig concern Signify verder is gegaan .
 Een extra stimulans is de Dow Jones Sustainability Index die voor verschillende sectoren die bedrijven eruit pikt die de beste scores halen. Zo hebben Philips , maar ook DSM en Unilever enige tijd in de top gestaan van hun branche. De laatste drie jaar t/m 2019 heeft Signify de nummer 1 positie behaald in de sector elektronische componenten en apparaten.
Signify heeft echter nog meer ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen. Zij willen met hun wereldwijde activiteiten in 2020 al energieneutraal zijn. Ze maken voor 100% gebruik van hernieuwbare energie. De komende vijf jaar (tot 2025) wil Signify zijn impact op milieu en maatschappij verdubbelen. In goede zin dan en niet door meer vervuilende activiteiten, maar juist door vermindering CO2 uitstoot. In 2021 zou ook alle plastic uuit de verpakkingen voor consumenten zijn verdwenen en vervangen door duurzame alternatieven  zoals gerecycled papier/karton.  De omzet van circulaire producten  zou in 2025 moeten zijn verdubbeld naar 32% van het totaal. Daartoe behoren de met 3D-printers geproduceerde lampen die in hun fabriek in Maarheeze gemaakt worden. In hun straatverlichting moeten meer herbruikbare componenten zitten. Met telt ook innovatieve producten erbij die bijdragen aan een duurzame samenleving, zoals Ledlicht armaturen voor de tomatenteelt met minder water- en pesticidenverbruik.
Een nieuwe ontwikkeling is ook Trulifi, een draadloos netwerksysteem vergelijkbaar met Wifi , maar dan via gebruik van lichtgolven. Dat Trulifi-systeem is nu gerealiseerd in het PSV-stadion in Eindhoven  en zou zeer betrouwbaar en veiliger moeten zijn dan Wifi en een manier om cybercriminaliteit tegen te gaan. 
Op HRM gebied hanteert men ook vernieuwende doelstellingen  zoals aandeel vrouwen in leidinggevende posities moet naar 34% zijn gestegen in 2025 en men heeft ook ingezet op een gewenste diversiteit van de medewerkerspopulatie! Deze duurzaamheidsambities zullen zeker renderen.  

maandag 8 oktober 2012

MVO bij Franke Nederland


Twee studenten van Technische Bedrijfskunde, te weten Mark van den Boomen en Dirk van Bommel hebben in september 2012 hun afstudeeronderzoek afgerond bij Franke Nederland in Helmond. Dit bedrijf is van oorsprong Zwitsers en heeft het hoofdkantoor in Aarburg. Met ruim 10.000 medewerkers in 37 landen realiseert het een omzet van 2 miljard Euro. Dit bedrijf is wereldwijd nummer 1 op het gebied van roestvrijstalen producten voor keukens. De hoofdvestiging is al langer actief op het terrein van duurzaamheid en publiceert jaarlijks een Sustainability-rapport. Franke Nederland wil bij de beste bedrijven van haar branche behoren via een al twee jaar lopend project op het gebied van World Class Manufactoring. Nu wil men ook flinke stappen gaan maken op het gebied van milieu en duurzaamheid. Beide studenten hebben tijdens hun studie Technische Bedrijfskunde al kennisgemaakt met Duurzaam Ondernemen (DO in 2e jaar) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO in 4e jaar). Het boekje van oud- milieuminister Jacqueline Cramer “Duurzaam Ondernemen Uit en Thuis” uit 2005 is daarbij uitgebreid besproken omdat het een “duurzaamheids-inkijkje” in meerdere bedrijven geeft.
De studenten hebben in het bedrijf een quick scan afgenomen overgenomen van Telos, een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Tilburg op het gebied van duurzaamheid. Aan het hoofd van dit instituut staat prof. K.Zoeteman die in 2011 ook een Toplezing heeft verzorgd voor alle medewerkers en studenten van Technische Bedrijfskunde. Telos stelt in opdracht van provincies, steden of branches of bedrijven een duurzaamheidsmonitor samen waar toekomstig beleid en verbeteracties op afgestemd kunnen worden.
Deze PPP-scan kijkt naar 6 tot 7 verschillende aspecten op het gebied van people, planeet en profit (zie www.pppscan.nl ) en levert een totaalscore op per deelgebied. Daarnaast hebben de studenten ook de medewerkers rechtstreeks gevraagd naar het belang van duurzaamheid binnen de organisatie. Die bleek erg hoog te zijn al worden mensen nu nog nauwelijks betrokken bij het realiseren van het MVO-beleid. In de aanbevelingen pleit men dan ook voor het invoeren van de MVO-prestatieladder (zinvol in het kader van ISO 14001 en OHSAS 18001) en het aanstellen van een MVO-coördinator of deze functie onder te brengen bij de huidige QESH-coördinator (Quality, Environment, Safety en Health). De inmiddels afgestuurde jonge bachelors hebben een 12-tal kritische prestatie indicatoren (kpi’s) opgesteld die het bedrijf streng gaat monitoren. Het onderzoek en de resultaten zijn een mooi voorbeeld van een goede samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven om duurzaamheid en MVO te implementeren.