donderdag 12 september 2019

Onderzoek naar productiviteit dakpannen bij Wienerberger






Wienerberger is de grootste producent van bakstenen ter wereld en de nummer 1 op de keramische dakpannenmarkt.  Het bedrijf is van oorsprong een investeringsmaatschappij uit Wenen, die zich richt op bouwmaterialen en heeft in totaal ongeveer 350 productielocaties. In Nederland zijn dit er 30. 






Wienerberger Narvik Tegelen is een daarvan en daar worden dakpannen en hulpstukken in massaproductie op voorraad geproduceerd. Jaarlijks zo’n 13 miljoen producten met een assortiment bestaande uit vijf  verschillende modellen dakpannen, uitgevoerd in 15 verschillende kleuren en circa 20 soorten hulpstukken. Dit gebeurt in een volcontinue lijnproductie (vanwege een tunnel-oven) in drie ploegendienst. Zij leveren deze producten aan bouwbedrijven, tussenhandelaren en ook particulieren. 


 Probleem is de huidige omvang van het aantal afgekeurde en beschadigde dakpannen. Uitgedrukt in een percentage gaat het om circa  2,4% van het totaal, omgerekend zo’n 400.000 pannen, die weggegooid moeten worden.  Omgerekend naar geld betekent dat een verlies van zo’n drie ton per jaar.  Een hbo- Technische Bedrijfskunde student  Nino Joosten is gevraagd om een onderzoek uit te voeren om de oorzaken op te sporen en met aanbevelingen te komen hoe dit afkeurpercentage naar beneden kan worden gebracht.  De bachelorstudent kreeg de opdracht om de afkeur met 25% te verminderen.  
De Fontys bachelor student kon kiezen voor een aanpak gericht op kwaliteit en dan met name de kwaliteitskosten en het huidige kwaliteitssysteem. Is dat optimaal of juist voor verbetering vatbaar? De andere benadering is die om in te zoomen op het logistieke en productieproces en te zoeken naar oorzaken van breuken en afwijkingen en na te deken over verbeteringen. Voor het eerste is gekozen.






Figuur: Kwaliteitskostenmodel volgens Juran

Het productieproces bestaat uit een aantal bewerkingen. Tot aan het moment dat de dakpannen worden gebakken in de oven is er ook al wat afkeur maar die wordt opnieuw hergebruikt en leidt niet tot uitval.

Pas na het bakproces zijn afwijkingen en breuken onherstelbaar en moeten worden weggegooid.  

In de zoektocht heeft Nino ontdekt dat vuil op de pannen de grootste afkeuroorzaak is en bijna 25% beslaat. Als die ontstaat voor het bakken zou een extra reinigingsproces (wegspuiten of wegblazen met perslucht of water) voor de oven voor soelaas bieden en de afkeur verlagen.


Processchema productie keramische dakpannen (bron: Nino Joosten)


Op die manier kan de onderzoeksdoelstelling waarschijnlijk gehaald worden. Interessant is ook of er verschillen waren in afkeurpercentages tussen de drie verschillende ploegen of tussen verschillende modellen . Het eerste was niet het geval, maar het tweede wel.

Aanvullend heeft Nino aangegeven dat een volgende student misschien nog dieper op het kwaliteits- managementsysteem kan ingaan. Doen we voldoende en de juiste metingen en is daarbij het optimum bereikt tussen de verschillende kostensoorten zoals faalkosten, preventie- en beoordelingskosten.

dinsdag 10 september 2019

Vogel's op weg naar meer Duurzaamheid







Het in Eindhoven gevestigde bedrijf Vogel’s Products bv heeft zich gespecialiseerd in bevestigings- en ophangsystemen voor audiovisuele en multimedia-apparatuur voor zowel de zakelijke als de consumentenmarkt. Er werken ongeveer 115 personen en samen realiseerden zij een omzet van € 47 miljoen in 2017.

Voorbeeld Vogel's televisie-armatuur


Men heeft een bachelorstudent van de Fontys opleiding Technische Bedrijfskunde ingezet via een afstudeeropdracht om een onderzoek uit te voeren naar maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en hoe Vogel’s daar het beste mee aan de slag kan. 

Bij mvo moeten we denken aan het zoeken naar een balans tussen people, planet en profit (of purpose). Bij de bedrijfsactiviteiten moet rekening worden gehouden met de gevolgen daarvan voor mens, milieu, klimaat en zelfs aarde. 
Uiteraard zijn er in Nederland al wetten en regels vastgesteld, die mensen vanuit een Arbeidsomstandigheden-  (Arbo) en milieu- (RI&E) visie beschermen tegen gevaren van brand, explosie en te zware fysieke en/of mentale belasting. Diezelfde wetten moeten ook de omgeving en het milieu beschermen tegen “schade”. 
Daarnaast gaat het om veel zaken waar geen wetgeving voor bestaat, maar waar de maatschappelijke effecten toch groot kunnen zijn. Denk aan energieverbruik, transport, de uitstoot van CO2 en/of stikstof of het lozen van (verontreinigd) afvalwater. 
Mvo is dus een breed begrip met veel verschillende aspecten en invalshoeken. Een erkende methode  kan daarbij dus erg helpen.  






Duurzaamheidsvisie en keurmerk   





De afstudeerder heeft de verschillende visies en modellen van MVO beschreven en met elkaar vergeleken. Je kunt daarbij denken aan Cradle to Cradle, ISO 26000, ISO 50001 en de internationale Global Reporting Initiative (GRI)-richtlijnen of de meer recente uit 2015 stammende en door de Verenigde Naties vastgestelde Sustainable Developing Goals(SDG).  

Uiteindelijk is de gecertificeerde methode van de “MVO-prestatieladder” volgens ISO 26000 gekozen door het management als het meest geschikte model. Een onafhankelijke instantie (Kiwi of TÜV?) komt als externe auditor de processen controleren en  kent al dan niet een certificaat toe vanaf niveau 1 tot 5 (hoogst haalbare).

Vogel’s heeft aangegeven om te streven naar het halen van niveau 3 in 2022 en heeft de student gevraagd om dan uit te werken wat er allemaal gedaan moet worden om dat te realiseren en om in 2020 al niveau 1 gecertificeerd te zijn.
De  eerste stap is om een brede stakeholderanalyse uit te voeren (in- en extern). Via een steekproef worden medewerkers, klanten, afnemers en leveranciers van Vogel’s bevraagd over het belang, het nut en zin van maatschappelijk verantwoord ondernemen. 
De resultaten worden daarna voorgelegd aan de directie die op basis daarvan haar MVO- beleid en doelstellingen vaststelt. 
Voor de concretisering en realisatie is de bachelorstudent gevraagd om aan te geven wat er dan moet gebeuren zodat het begeerde certificaat behaald kan worden. Per niveau is er een geleidelijke groei van het aantal (mvo-)indicatoren waarnaar gekeken moet worden.  Eerst nog een beperkt aantal bij het instapniveau, uitgroeiend tot enkele tientallen meetbare indicatoren bij de hogere niveau's. In samenspraak moeten die aspecten vastgesteld worden en meetbaar gemaakt worden waarna er een eis, norm  of doel aan gekoppeld wordt.   

     

Voorbeeld van televisie armatuur van Vogel’s Products in huiskamersetting.


De student heeft zijn eindpresentatie en verdediging gehouden medio november en daarbij veel uitleg gegeven over het ontwikkelde en voorgestelde MVO-management dashboard.
Op basis daarvan moet certificatie op niveau 1 mogelijk zijn , maar dat wordt uiteindelijk bepaald door de certificerende organisatie. Belangrijk is ook dat de organisatie gegroeid is als het gaat om een MVO-bewustzijn. De opleiding en het bedrijf waren tevreden over het eindresultaat en de student is geslaagd met een ruime voldoende voor zijn afstudeer-onderzoek.