dinsdag 13 september 2016

Internationale Cultuurverschillen belangrijk bij Marel.



International Business

In het 3e jaar krijgen de Deeltijdstudenten van de Fontysbachelor Technische Bedrijfskunde een project 11/12 dat de titel heeft International Business.
Om het project te kunnen uitvoeren moeten de studenten een bedrijf zoeken dat mee wil werken om de internationale dimensies vanuit de verschillende invalshoeken te belichten. Een aantal ondersteunende vakken zoals macro-economics, supply chain management, business ethics, global procurement, new market strategy  en international culture helpen daarbij en leveren met hun taken en opdrachten een bijdrage.

Een groep studenten bestaande uit Wouter Hendrickx, Willem-Jan van Rooij, Hans Sterken en Terence Smits hebben deze opdrachten uitgevoerd voor het bedrijf Marel, dat 4600 werknemers telt en vestigingen heeft in meer dan 30 landen.  Het bedrijf produceert machines en systemen voor de verwerking van pluimvee, vis en vlees en heeft een productie- en servicefaciliteit in Boxmeer.

In de lessen hebben studenten kennisgemaakt met de theorie over organisatiecultuur en het verschijnsel internationale cultuurverschillen op basis van het bedrijfskundige standaardwerk van prof. Geert Hofstede: “Cultural Differences”.




Hofstede heeft op basis van gedegen onderzoek vastgesteld dat landsculturen van elkaar verschillen op een beperkt aantal dimensies. Dat zijn:

- machtsafstand (powerdistance index ),

- individualisme versus collectivisme,

- masculiniteit versus feminimiteit,

- onzekerheidsvermijding (uncertainty avoidance index) en

- lange versus korte termijn oriëntatie.  

Voor ruim 75 landen heeft Hofstede de scores op deze dimensies vastgelegd op basis van resultaten uit vragenlijsten. Daarmee kun je twee of meer landen met elkaar vergelijken en vaststellen waar de verschillen groot zijn en mogelijk voor (culturele) problemen kunnen zorgen. Hofstede noemt een landen- maar ook bedrijfscultuur “een vorm van collectieve mentale programmering die kenmerkend is voor leden van een groep, bedrijf of land.   Het gaat hierbij dus niet om culturele uitingen zoals kleding, folklore, geschiedkundige, klimatologische of geografische verschillen tussen landen. De dimensies zijn van groot belang hoe mensen reageren op gebeurtenissen en in verschillende situaties. Wat vindt men normaal of gewoon en wat is juist abnormaal ?


Deze onderliggende dimensies of waarden, opvattingen en houdingen van mensen zien we terug in concrete situaties van leidinggeven, organiseren, vergaderen, samenwerken en omgangsvormen  binnen bedrijven en organisaties. Studenten moeten leren daarvoor enige gevoeligheid te ontwikkelen en moeten zich inleven hoe het is om in China of Brazilië zaken te doen of dichterbij in België of Duitsland. Ieder mens heeft de neiging vanuit zijn eigen achtergrond en opvoeding te reageren op gebeurtenissen en dat heet met een mooi woord egocentrisme. We moeten echter voorbij vooroordelen & waardeoordelen en proberen juist begrip op te brengen voor deze verschillen. Net zoals verschillen van meningen kunnen bijdragen aan een goede dialoog.

Interessant bij het bedrijf Marel was het gegeven dat zij de 30 landen waarin zij actief zijn en vestigingen hebben, ingedeeld hebben in zes clusters  waarbij heel verschillende landen zijn samengevoegd:

Cluster 1:  Nederland, België, Duitsland en Oekraïne

Cluster 2:  Frankrijk, Zwitserland, Spanje, Chili en Brazilië

Cluster 3:  China, Turkije, Zuid-Korea, Japan en Australië  etc.

Het is niet duidelijk op basis waarvan deze indeling is gemaakt. Misschien op basis van logistieke stromen vanuit bepaalde productie- of distributiecentra, of bepaalde product/marktcombinaties? Bij andere multinationals gebeurt dat vaak op basis van geografische ligging (Noord- en Zuid Amerika) of taalverwantschap (Engels, Spaans, Slavisch, Aziatisch) of wettelijke kaders (EU, VS, BRIC-landen). Het interessante van de visie van Hofstede is dat je een dergelijke indeling juist ook zou kunnen en moeten maken vanuit een visie op culturele verschillen.

De studenten hebben Nederland met vier andere landen, te weten Duitsland, Japan, Saoedi-Arabië en Brazilië vergeleken en de grootste cultuurverschillen eruit gelicht en “vertaald” naar concrete bedrijfssituaties. Voor de verschillende landen zijn ze daarbij te rade gegaan bij medewerkers van Marel die de meeste werkervaring hadden met het betreffende land. In de vorm van een interview zijn concrete gebeurtenissen,  voorvallen en ervaringen besproken.

Daarna hebben de groepsleden ieder individueel voor één land aanbevelingen gegeven hoe je het beste de kloof kunt dichten of een brug kunt slaan over de culturele en bedrijfsverschillen.  Al met al een prima resultaat voor school, maar hopelijk ook voor het bedrijf. Groepslid Terence Smits, die ook zelf werkt bij het bedrijf, zal het rapport aanbieden aan het Management van Marel. Met een dergelijk project ontstaat een win/winsituatie voor studenten en bedrijf.  Niets is zo praktisch als een goede theorie.          

  

 

dinsdag 6 september 2016

Hoogvliet haalt ISO 50001 dankzij TB-student.



Rechts naast directeur Siep de Haan met certificaat staat de trotse Werner Hofmeester 

 

Fontys derde jaarsstudent Technische Bedrijfskunde Werner Hofmeester heeft in de periode februari tot en met begin juli 2016 een probleemoplossende  stage uitgevoerd bij Hoogvliet Distributiecentrum in Alphen aan den Rijn.


Hoogvliet is net als Albert Heijn, Jumbo, C1000 en de Lidl een levensmiddelen-bedrijf. Hoogvliet is in het zuiden van Nederland minder bekend omdat het zijn winkelvestigingen alleen in het westen van het land heeft.

Het bedrijf Hoogvliet is zeer vernieuwend & innovatief en probeert ook op het gebied van energiemanagement de lat hoog te leggen. De afgelopen twee jaar heeft men steeds meer dan 3% energiebesparing weten te realiseren, eerst in de winkels en later ook in het distributiecentrum.

 

Aangezien er nu een nieuw ISO keurmerk is ontwikkeld op het gebied van energiemanagement heeft men een bedrijfskunde student gevraagd hiervoor onderzoek te verrichten en stappen te zetten voor certificering.

Het ISO kwaliteitssysteem biedt een goede structuur om het energiegebruik te managen en ook om verbruik te reduceren voor alle vormen van energie.

De norm is gebaseerd op de bekende kwaliteitscyclus van Plan, Do, Check en Act (PDCA) en sluit daarmee naadloos aan bij de al meer bekende ISO 9001, 14001 en OHSAS 18001 keurmerken  

 



Werner heeft op basis van deels beschikbare informatie alle verbruikscijfers per vestiging verzameld en geanalyseerd. Daarnaast heeft hij ook gekeken welke energiebesparende maatregelen daarbij al zijn genomen zoals dubbele of driedubbele beglazing, ledverlichting of zuinige alternatieven, afgeschermde koelvitrines, gesloten vriesvakken, zonnepanelen, isolatie van vloer & muren, warmte-koudeopslag etc.

Daarna is ook gekeken welke verdere besparingsmaatregelen eventueel bedrijfseconomisch verantwoord zijn. Hoe hoog is de eventuele terugverdientijd?  Hoe ziet het kosten/baten plaatje eruit ?  Is er investeringsruimte?  Zo zijn er nieuwe prioriteiten gesteld.

 

Een mooie bekroning op het werk van Werner was dan ook het officieel behalen van het ISO 50001 keurmerk voor duurzaam energiebeheer, dat uitgegeven is door de certificerende instantie Kiwa Nederland. Dat gebeurde ook nog tegen het einde van zijn stage.

Hoogvliet is daarmee de eerste supermarktorganisatie die dit certificaat heeft behaald in Nederland. Dit is een mooie prestatie voor de duurzaamheidsagenda van Hoogvliet, zo beweert ook algemeen directeur Siep de Haan.

 

donderdag 1 september 2016

Besparingen op verpakkingen bij MCB


ing. Daan Wesselink bij de diploma uitreiking

Afstudeeronderzoek naar Verpakkingskosten MCB

Daan Wesselink heeft in het kader van zijn bachelorstudie Technische Bedrijfskunde bij Fontys zijn afstudeeronderzoek uitgevoerd bij MCB in Valkenswaard gedurende de tweede helft van 2015 tot begin 2016.

De Metaal Compagnie Brabant cv, opgericht in 1941 is een groothandel met een assortiment van 25.000 voorraadartikelen in metaalproducten zoals platen, buizen en profielen. MCB kan allerlei afmetingen en kwaliteiten leveren van staal, non-ferro en aluminiumproducten.

Sinds de financiële en later economische crisis vanaf 2008 heeft ook de industrie en vooral ook de bouwbranche ernstig te lijden gehad van een afnemende vraag. Grote toeleveranciers zoals MCB hebben daar ook mee te maken gehad  met uitschieters tot wel 20 % lagere afzet.

De laatste jaren hebben daarom een aantal bedrijfskunde studenten van onze opleiding onderzoek gedaan om te komen tot kostenbesparingen bij MCB. Zo is er onderzoek geweest naar het gevoerde assortiment. Kan dat inkrimpen zonder dat klanten ontevreden worden? Hoe staat het met de opgeslagen voorraden? Zijn die nog allemaal courant? Er is gekeken naar transportroutes, het aantal eigen vrachtauto’s en opleggers en zelfs naar de beladingsgraad van de transportmiddelen.  Kan het efficiënter? Dat heeft geleid tot de nodige aanbevelingen, die ook zijn ingevoerd.

Daan heeft een nieuw onderzoeksgebied gekregen, namelijk verpakkingen en verpakkingskosten. Op het eerste gezicht lijkt dat veel minder relevant, omdat het niet het primaire proces betreft. In het begin werd er door medewerkers dan ook een beetje lacherig over gedaan. Verpakkingen??
In eerste instantie bleek dat er niet veel gegevens werden bijgehouden over verpakkingen. Een bewijs voor het feit dat men het weinig serieus heeft genomen tot nu toe.
Naarmate Daan echter steeds dieper in de materie dook, bleek wel degelijk dat het om grotere bedragen gaat. Alleen al in 2014 ging het om bijna € 7 miljoen aan verpakkingskosten, verdeeld over een derde deel materiaal- en tweederde deel arbeids-kosten. Aan Daan de edele taak om te proberen deze met ongeveer 10% te verminderen en dat zou dan een jaarlijkse besparing betekenen van een half miljoen Euro. Toch echt de moeite waard.   

Bij een afstudeeronderzoek hoort ook een bedrijfskundig onderzoeksmodel. Daan heeft daarbij het SIPOC-model (Sigma 2008) en PBOI als inhoudelijk logistiek model gebruikt. Daarmee kon hij systematisch zijn onderzoek uitvoeren.

Daan heeft geïnventariseerd om welke verpakkingsmaterialen het allemaal ging. Dat bleken vooral houten servicepallets te zijn, karton, papier en folie. Hout zorgt voor tweederde van deze materiaalkosten. Daan heeft vervolgens gezocht naar besparingsmogelijkheden door minder en een terugkerend gebruik van hout en eventuele alternatieven voor hout. Hierbij spelen overwegingen op het gebied van duurzaamheid en minder milieuschade ook een rol. Daarnaast moest er ook gekeken worden naar de functie van verpakkingen? Is het nodig tegen weersinvloeden bij opslag en transport of biedt het bescherming tegen beschadigingen of is het alleen ter versiering en naamsbekendheid?  

Bij de afstudeerpresentatie bleek dat Daan inderdaad goedkopere alternatieven heeft gevonden zoals bretten in plaats van service – en euro-pallets die veel duurder zijn. Daan gaf ook aanbevelingen om pallets intern her-te-gebruiken in plaats van mee te sturen naar de klant.  Voor kunststofplaten vond hij een gelijkwaardig alternatief in de vorm van  goedkoper, vochtwerend karton. Alles bij elkaar voldoende om de doelstelling te halen.

Na presentatie en verdediging van zijn onderzoek heeft Daan de opleiding kunnen afronden en is hij nu een bachelor. Bij MCB is hij ook opgevallen, want toen hij klaar was kreeg hij meteen een baan aangeboden als Sap consultant binnen MCB . Een beter compliment kan je niet krijgen.    

Daan in zijn nieuwe functie bij MCB
     

 
Daan bij de ondertekening van zijn bachelordiploma.